Als opmaat naar Pasen schreef Eric Corsius twee mooie bijdragen over onder meer muziek als uitdrukking van verdriet en troost. Over de lijdensmuziek van Bach en verrijzenismuziek van Händel. Maar voor we bij Händel zijn, houdt Eric de tonen donker. Hij verwijst naar de beeldtaal van het Isenheimer altaar van Grünewald (1470-1528) en de houtskooltekeningen van de Vlaamse expressionist Albert Servaes uit 1919. Daar wordt het rauwe lijden niet verbloemd. In woorden doet de Argentijse dichter en schrijver Jorge Luis Borges dat evenmin: “Hij weet dat hij geen god is, maar een mens die met de dag vergaat. Het maakt hem niet uit. Het harde ijzer van de spijkers maakt hem uit.” En Borges vraagt zich af: “Wat kan het mij baten dat die man geleden heeft, als ik nu lijd.” Grünetal, Bach, Servaes, Borges: zij wenden het hoofd af van de goedkope troost, zegt Corsius en dat waardeert hij, want zalvende en verzoenende woorden zijn er al genoeg.
Dat is natuurlijk waar. Uiteindelijk werkt goedkope troost alleen maar deprimerend. Wie weet in een sombere bui de ‘sfeervolle’ muziek van classic FM uit te houden? Toch is troost op zichzelf een centraal thema in het christelijk geloof en lange tijd wellicht een wat ondergeschoven thema, alsof we ons ervoor zouden moeten schamen, alsof de behoefte aan troost de geloofwaardigheid van het geloof zou aantasten, zou maken tot “bloemen op de ketenen die ons gevangen houden”(Karl Marx). Van de weeromstuit had de vrijzinnige of progressieve variant van het christendom de neiging om de betekenis van geloven vooral te zoeken in ethiek, diaconie, goed doen, maatschappelijke inzet en betrokkenheid.
Natuurlijk: wie zou het belang van de diaconale kant van het geloof willen ontkennen? En goed doen en persoonlijke noden hoeven we ook helemaal niet tegen elkaar uit te spelen. Maar voor het evenwicht: ook troost is, denk ik, een centraal thema van een geloof opgevat als levenshulp. Troost is een van die inclusieve begrippen waarin heel het geloof ligt samengebald en waaruit heel het geloof zich dus ook laat ontwikkelen. Een theologie van de troost: een mooi onderwerp om op terug te komen.
Wie nu al vooruit wil lopen op de troost van het Paasfeest leze de tweede bijdrage van Eric Corius, waarin Händels aria I know that my redeemer liveth figureert en waarin de Opgestane en passant aan Maria Magdalena wijst waar het tuingereedschap staat. Troost als herwonnen levenskracht; handen weer uit de mouwen.
Nog een tip: RKK tv zond afgelopen zondag (13 april) een mooie aflevering van Kruispunt uit met daarin aandacht voor de muziek van Bach als medicijn. Zie HIER. (Of zie herhaling op tv: 18 april, 14.30 op Nederland 2)
[box type="shadow" ]Zie: Eric Corsius: 'Over schoonheid. lijden en troost' en 'Componist van de verrijzenis'[/box]