Voor de Maand van de Spiritualiteit schreef KRO-presentator Arie Boomsma het essay Troost. "De onbevangenheid waarmee dit essay geschreven is, beviel me zeer", oordeelt Lisette Thooft in een korte bespreking.
Door Lisette Thooft
“Ik realiseerde me dat ik deel uitmaakte van iets veel groters, iets dat altijd in beweging is, dat nooit stilstaat of ophoudt te bestaan,” schrijft Arie Boomsma, televisiepresentator en schrijver, in Troost, zijn essay voor de Maand van de Spiritualiteit. Dat is vaker gezegd. Maar het is ook mooi, en diep, en waar, en de kern van alle spiritualiteit. Trouwens, Boomsma doet in zijn essay ook hoogst persoonlijke ontboezemingen die je minder vaak tegenkomt, bijvoorbeeld hoe hij troost zocht toen zijn broer een gewelddadige overval gepleegd had. Hij beseft dat hij zelf altijd direct bezig gaat met oplossingen als iemand bij hem troost zoekt, in plaats van met rustige aandacht het verhaal van de ander aan te horen.
Troost begint met een kinderherinnering aan de warme omhulling van een moeder, en eindigt met de bekentenis van de knappe presentator (waarover hij zich zelfs een beetje schaamt) dat zijn geloof in God een kinderlijk geloof is. “Wanneer ik troost zoek bij God, doe ik dat als een kind.” Hij weet ook wel dat je juist geacht wordt als een kind, onbevangen en argeloos, naar de wereld te kijken, maar de afhankelijkheid die het kind-zijn ook impliceert, bevalt hem niet. “Toch is dat een van de belangrijkste elementen van troost. Durven afhankelijk te zijn van de ander.”
De onbevangenheid waarmee dit essay geschreven is, beviel me zeer.
[box type="shadow" ]Troost. Essay voor de Maand van de Spiritualiteit 2014, uitgegeven door de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek, 60 blz., € 2,50.[/box]
De theoloog en hoogleraar ethiek Frits de Lange schreef in het kader van de Maand van de spiritualiteit het essay Licht en zwaar. Voor zwevers en andere spirituelen, Kok, 78 blz., € 9,95. Daarin gaat hij vooral in op leven en werk van de moderne mystica Simone Weil (1909-1943).