Voor René Grotenhuis is het hart van de recente film 'The Two Popes' het moment dat de twee mannen bij elkaar te biecht gaan en beseffen dat ze feilbaar zijn. Hoe anders gaat het vaak in de samenleving waar zelfkritiek zeldzaam is en sorry-zeggen vaak functioneel en onder publieke druk tot stand komt. 

Door René Grotenhuis

Twee weken geleden zag ik de film ‘Twee Pausen’. De film situeert Benedictus en dan nog kardinaal Bergoglio in een lang gesprek dat uitloopt op het besluit van Benedictus om het pausschap neer te leggen en op de verkiezing van Bergoglio tot de nieuwe paus Franciscus.

Biecht

Het hart van de film, voor mij althans, is dat beide mannen bij elkaar te biecht gaan. De film gaat uitgebreid in op de rol van Bergoglio als overste van de jezuïeten in Argentinië tijdens de dictatuur van generaal Videla. Als overste deed Bergoglio zijn best om de orde en de leden van de orde te beschermen tegen de militairen. De film laat ook zien dat hij daarbij sommige leden uit de orde zette omdat ze zich niet aan zijn instructies wilden houden, waarna deze buiten gezette leden door de militairen werden gearresteerd en gefolterd.

Benedictus geeft in de film toe dat hij de nieuwe tijd niet goed begrijpt en dat zijn pogingen om de kerk te behoeden voor verval geen effect hebben en dat hij de greep op het instituut en vooral op de curie in Rome is kwijtgeraakt. Beide mannen realiseren zich in de film dat ze daarin fouten hebben gemaakt en verkeerde inschattingen. Ze realiseren zich ook dat ze daarmee mensen en hun organisatie (de jezuïetenorde, respectievelijk de kerk) schade hebben berokkend. Dan loopt die wederzijdse erkenning op een wederzijds tegenover elkaar uitgesproken biecht.

Fouten

Twee leiders van het grootste kerkgenootschap ter wereld worden in deze film geportretteerd als mensen die hun fouten onder ogen zien en die in nederigheid beseffen dat ze vergeving nodig hebben.

Ik herken het tegen de achtergrond van mijn eigen verleden als directeur van organisaties. Op een volstrekt ander niveau was ik mij er ook met enige regelmaat van bewust dat ik, ongetwijfeld goed bedoeld en met het oog op het belang van de organisaties, mensen in de kou liet staan: medewerkers, cliënten, partnerorganisaties. Ook als je niet anders kunt omdat subsidies gekort worden, regels veranderen, of maatschappelijke prioriteiten verschuiven, is er de ervaring dat je tekortschiet en mensen laat vallen.

In diezelfde week zag ik de aflevering uit de serie van Geert Mak waarin het ging over de bankencrisis van 2008 en de rol van de bankiers. Bij hen was geen spoor van schuldbesef en zelfkritiek te bekennen. Ze zagen zichzelf als onderdeel van het systeem, niet als verantwoordelijken. Ze deden gewoon wat iedereen in de bankensector in die tijd normaal vond. In een wereld waarin vrijwel alles complex is geworden en alle systemen en processen bestaan bij de gratie van grote aantallen op elkaar inwerkende factoren, is het gewoon geworden om de eigen rol te zien als slechts een radertje in een machine. Niemand heeft zeggenschap over de machine als geheel en dus is ook niemand aansprakelijk als de machine uit elkaar spat.

Sorry

Tegelijk zien we een enorme hausse aan spijt- en schuldbetuigingen in het publieke domein. De bankiers zegden sorry in hoorzittingen, ministers maken excuses voor fouten van hun ambtenaren, er worden excuses gemaakt voor misdaden uit het koloniale verleden. Te vaak oogt het functioneel, noodzakelijk als gevolg van publieke druk.

Voor mijzelf is het altijd een belangrijk moment als we in de eucharistie bidden ‘Heer ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt’. Het is het moment waarop ik mij niet meer achter mijn rol en functie, mijn verantwoordelijkheid voor het grotere belang kan verbergen.

 

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.