Nogal wat mensen hebben er last van: medelijdenmoeheid. Ze willen het lijden van de ander zo snel mogelijk oplossen… ook als dat helemaal niet kan. Gelukkig ontmoet je soms ook VVV’ers, veilige vertrouwde vreemden, zegt Marinus van den Berg, “Een VVV’er is iemand zonder oordeel, zonder ongevraagde adviezen, maar met oprechte aandacht.”
Een lezer reageert op mijn bijdrage in het magazine Gerardus. In die bijdrage had ik mijn waardering uitgesproken voor de achterblijvers. Ik was geïnspireerd door het boek Achterblijven van de filosoof en arts Marli Huijer.
“Ik vind dat ik ook deze waardering verdien”, luidde zijn reactie. “Ik ben mantelzorger voor mijn vrouw, al jaren, sinds 2014 full time. Gaat niet altijd goed en heb geen hulp van buitenaf. Geen familie en of vrienden. Dus een waardering is wel op z’n plaats, vind ik.”
Het klinkt eenzaam. Natuurlijk antwoord ik deze man die ik niet ken. Niet alleen klinkt het eenzaam maar tussen de regels door lees ik een niet gemakkelijk levensverhaal. Hij vertelt niet wat voor zorg zijn vrouw nodig heeft.
VVV'ers
In verband met een gastcollege las ik die dag ook het werkstuk Spiritualiteit van de ontmoeting van een vrouw die als jong kind al de dochter was van een manisch-depressieve moeder. Maar dat ontdekte ze pas veel later. Ze schreef over de gevolgen voor haar leven en over een ontmoeting met een vreemde, tijdens een avond uit, aan wie ze ineens haar verhaal kon vertellen.
Ze schreef over de waarde van personen die ik graag een VVV’ers noem: “Vreemden die een Veilige Vertrouwde Vreemden worden.” Een VVV’er is iemand zonder oordeel, zonder ongevraagde adviezen, maar met oprechte aandacht. Een VVV’er schiet niet direct in de oplosstand, maar neemt allereerst de luisterstand aan waarbij je je aanvaard voelt. Het lijkt eenvoudig maar veel mensen die veel te dragen hebben, hebben al snel last van ‘medelijdenmoeheid’. Een woord uit een roman. Of moet ik zeggen ‘meelevingsmoeheid’. Alles moet snel beter gaan.
Zielepijn
“Sinds 2014 full-time”, schrijft de lezer van het Gerardus magazine. Chronisch, altijd. Vaak langzaam begonnen en steeds erger, zonder uitzicht op beter. Levenslang dus. Wat voor anderen gewoon wordt, wordt voor jou steeds ongewoner. Er mee leven is niet hetzelfde als er aan wennen. “Verlies is steeds weer je aanpassen”, las ik. Mooi gezegd maar het zegt weinig over de zielepijn. “Gaat niet altijd goed”, lees ik. Daar kan een wereld van onmacht, pijn en eenzaamheid achter schuilen.
“Aan eenzaamheid is iets te doen”, zei de CDA-wethouder van Rotterdam onlangs op het journaal. Hij heeft een opmerkelijk project op gang gebracht in deze stad. Prachtig, maar het zou me ook deugd gedaan hebben als hij ook erbij gezegd had: “Niet aan alle eenzaamheid is iets te doen.”
Succes- en oplossingsgerichte mensen belichten vaak één kant. De lezer die mij schrijft en die als ik het goed lees alleen zichzelf heeft om hemzelf een compliment te geven heeft misschien nog heel wat jaren te gaan. Je hebt soms iemand nodig die dat ziet en benoemt.
Goed nieuws?
In de krant las ik over een mogelijk nieuw middel om dementie te vertragen. Het werd als goed nieuws gebracht. Weer een succes op het dementiefront. Maar betekent die vertraging ook verlichting van lijden voor mensen met dementie en hun naasten? Of betekent het verlenging en verzwaring van lijden en onmacht? Niet alle dementerenden zijn vrolijk en zorgeloos. Al zijn die er ook naar het lijkt.
Vermoeidheden
In Vlaanderen opent de Gentse politiek partij ‘Open VLD’ nu ook het debat over levensmoeheid. Ze vindt dat net als D66 noodzakelijk. Op zichzelf een goede zaak, maar wel erg gekoppeld aan de dood als oplossing. Alsof de dood, zacht verkregen, de beste oplossing is. Of gaat het om andere vermoeidheden zoals die van meeleven en inleven.
Ik moet aan al die dingen denken als ik me afvraag wat is nu de boodschap van die lezer die mij schreef? Wat wil hij me laten weten? Of gaat het vooral om een ander verlangen: een verlangen naar gezien worden?