Als je een probleem hebt, is het aantrekkelijk om te blijven klagen en zeuren als een kind. Maar uiteindelijk is alleen de volwassen houding constructief. Volwassenheid is niet hetzelfde als ‘problemenvrij’, maar houdt in dat je zelf de verantwoordelijkheid neemt voor je leven. En wat voor het individu geldt, geldt ook voor onze cultuur in het algemeen. Aldus Lisette Thooft, sinds kort gediplomeerd coach.
Door Lisette Thooft
Ik heb een coachopleiding gevolgd en nu ben ik tot mijn eigen verrassing coach geworden. Ik had nooit gedacht dat ik dat zou kunnen, want, dacht ik: hoe weet ik nou hoe andere mensen moeten leven? Maar dat hoef je ook helemaal niet te weten, begrijp ik inmiddels. Je stelt je niet op als therapeut of verzorgende ouder, maar alleen als spiegel, praatpaal, sparring partner of hoe je het maar wilt noemen. Als coach, leerde ik, ben je op zoek naar ‘het volwassen stuk’ van de coachee.
Dat is meteen het belangrijkste dat ik daar geleerd heb. Alles draait om een volwassen houding, tegenover elkaar, tegenover de wereld, het leven. Maar, zo ontdekte ik tijdens de vele oefensessies waarin ik zelf op de stoel van de cliënt zat: het valt voor de drommel niet mee om een volwassen houding te hebben tegenover elkaar, de wereld en het leven. Zodra je een probleem ervaart, is het hoogst aantrekkelijk om te klagen en te zeuren als een kind, het slachtoffer uit te hangen, boos te worden en anderen te beschuldigen, in weerstand te blijven steken of de moed op te geven. Zolang je denkt dat andere mensen moeten veranderen, jou iets moeten geven, van jou moeten houden of iets voor jou moeten doen voordat jij gelukkig kunt zijn, ben je nog niet volwassen.
Volwassen worden betekent niet dat je geen problemen hebt, en ook niet dat je gelooft dat je zelf de schuld bent van al je problemen – maar wel dat je je zelf verantwoordelijk voelt voor de oplossing ervan.
Valse hoop
Onze hele cultuur heeft moeite met volwassen zijn. Overal zie je een onvolwassen houding als reactie op problemen, in privésituaties maar ook in de politiek.
Psychologe Ingeborg Bosch, grondlegster van de PRI methode (Past Reality Integration) onderscheidt vijf manieren waarop we als kind afweer of ego opbouwen. Die zijn: angst; de overtuiging dat ik zelf niet deug (ik ben niet oké); de overtuiging dat de ander niet deugt (jij bent niet oké); de valse hoop dat het goed komt als ik maar… (vul zelf in); en ontkenning van behoeften.
In een oogopslag kun je zien dat ons economische systeem voor een flink deel gebaseerd is op valse hoop. De hele reclame-industrie is een verfijnd apparaat om valse hoop te wekken en te voeden: als je maar het juiste jasje koopt, de juiste parfum, de juiste auto, dan… komt het goed. Maar het komt nooit goed – dat is helemaal niet de bedoeling – en dus blijf je kopen. En ook het beloningssysteem in de top van banken en bedrijfsleven is een en al valse hoop: als je maar meer miljoenen binnen harkt dan de ander, dan… ja wat dan? De hoop is vals, en wordt nimmer vervuld.
Adolescent
De onstuitbare drang naar economische groei duidt natuurlijk op onvolwassenheid. Diverse economen hebben daarop al gewezen, zoals Dennis Meadows die in zijn lezingen vaak de vergelijking trekt tussen onze economie en een kind dat maar niet stopt met groeien. Als je volgroeid bent, ga je verder in je ontwikkeling: je leert een hoop bij, verfijnt je kwaliteiten. Maar groter worden, nee, daar gaat het niet langer om.
Charles Eisenstein, een van de boeiendste denkers van het moment, maakt dezelfde vergelijking. In zijn boek Sacred Economics (gratis op zijn site te lezen) stelt hij dat we als adolescenten zijn, op de rand van de volwassenheid. Een gezonde adolescent wordt verliefd en verlaat daarmee zijn kindpositie. En hij ondergaat meestal een of andere beproeving: zo niet opgelegd door zijn omgeving, dan zelf georganiseerd. Volgens Eisenstein zijn onze grote wereldcrises de beproevingen die wij moeten ondergaan om volwassen te worden.
Zelfrealisatie
Dat we zoveel moeite hebben met volwassen worden betekent niet dat we kinderlijker of dommer zijn dan vorige generaties. Integendeel: ik denk dat we juist nu voor het eerst in de wereldgeschiedenis op grote schaal proberen om volwassen te worden. Al vanaf halverwege de vorige eeuw is een voorhoede van psychologen en therapeuten ermee bezig geweest. Abraham Maslow werd beroemd met zijn motivatie-piramide. De fase van zelfrealisatie in zijn model is de fase van volwassenheid. In 1968 dacht Maslow dat slechts 2 procent van de mensheid die fase kon bereiken.
Ik denk dat dit percentage steeds groter wordt en juist in onze tijd heel hard groeit. In elk geval zijn er talloze psychologen, therapeuten, coaches, trainers en consulenten heel hard mee bezig. De hele Human Potential beweging, de humanistische en transpersoonlijke psychologie en de meeste coachtrajecten van nu hebben allemaal hetzelfde doel: mensen zover te krijgen dat ze verantwoordelijkheid dragen voor hun eigen leven, hun eigen behoeften en verlangens kennen en bereid zijn die van anderen te respecteren.
Gezonken cultuurgoed
In de coachopleiding kwamen allerlei psychologische modellen langs, zoals Transactionele Analyse, Rationeel-Emotieve Therapie, Voice Dialogue en ook PRI, in rap tempo. Iedereen begreep ze: niet alleen ik, al decennialang geboeid door dit soort ontwikkelingsmodellen, maar ook de jonkies in de klas. Dat betekent dat deze modellen hard bezig zijn om gezonken cultuurgoed te worden. Het hele begrip ‘volwassen gedrag’ is bezig een sterk morfisch veld te worden, waarop we steeds soepeler kunnen inpluggen.