Is een pelgrim iemand die verre tochten maakt? Of eerder iemand die elke dag wandelt en zich openstelt voor het onverwachte? Marinus van den Berg oefent zich in het pelgrimschap van de tweede soort. En zo maakt hij van alles mee, zoals de 'omgekeerde wereld' van priester-kunstenaar Omer Gielliet. Hij ziet vriendelijkheid, onzekerheid en dankbaarheid. Maar ook de eigen irritaties, zoals voor de 'Wilderstaal' waarmee mensen worden weggezet. Zijn moraliserende 'ik' speelt op. "Dan ben ik  niet op mijn best."

Door Marinus van den Berg

Vreemdelingen en vluchtelingen zijn overal. Allereerst zijn dat de mensen die je niet kent en dat zijn de meesten. Ook ik ben voor de meesten een onbekende. Zelfs de mensen die ik ken, ken ik altijd maar ten dele. Zoals je ook jezelf maar ten dele kent. “Zou jij vluchten als er oorlog komt?” vraagt Trouw die veel aandacht aan de vluchtelingen schenkt. Aan de vluchtelingenstroom, maar ook aan de menselijke verhalen. Die verhalen van mensen staan, samen met hun foto’s, ook in een boek dat ik kreeg: Anything out of nothing (van fotograaf Thijs Heslenfeld en journaliste Rinke Verkerk). Er staat een gedicht in van een zestienjarige dat me zeer bijbleef. Ik maakte een vertaling en stuurde die naar een aantal bekenden. Mensen van wie ik dacht dat ze dit zouden kunnen waarderen.

Wees kalm, wacht en blijf rustig
Want we zijn ver van huis

Zend mijn vrede en mijn liefde
Naar ons land, waar we opgroeiden

Zend aan de vogels in ons land groeten
Want zij zullen zingen wanneer we thuiskomen

Groet onze citroenbomen, groet mijn familie
Die mij te eten gaf, die voor mij zong, die mij leerde te leven

Mijn moeder ruikt nog steeds haar bed van thuis
Groet mijn buren en de mensen van wie ik houd

Groet alle moedige mensen
Buig onze last tot kracht

Die we samen aan ons land gaven.

Safaá (15) uit Dara’a in Syrie, in een vluchtelingenkamp In Jordanië

Onzeker

Het spitsuur liep naar zijn einde en bij de NS brak de dalurentijd aan. Er stonden twee vrouwen met een kleurrijke hoofddoek en twee mannen op perron 3 van station Blaak. Het was een dag met stralende zon en ik wilde naar Axel in Zeeuws-Vlaanderen gaan, naar het museum met de bijzondere naam Het Warenhuis. De sprinter naar Breda had vertraging en de conducteur had geen tijd voor een van de mannen die iets wilde vragen. Ze waren op weg naar Antwerpen, maar ze verstonden nauwelijks de Nederlandse taal. Een van de vrouwen was er het verst mee. Ze verbleven in Krimpen aan de IJssel in een opvangcentrum. Tweemaal in de week was er tweeëneenhalf uur taalles: schrijven, lezen, luisteren en spreken. Ze kende Annie M.G. Schmidt. Ze vond Nederlands een moeilijke taal voor iemand als zij die uit Syrië kwam. De mannen lieten nog eens hun iphone zien met de reistijden. We gingen met dezelfde trein naar Roosendaal waar zij overstapten. Ze bedankten zeer vriendelijk voor de hulp. Hoe onzeker kun je zijn als je reist in een vreemd land.

Op het station Rilland-Bath zag ik een tunnel met tekeningen van Fiep Westendorp en gedichten uit Pluk van de Petteflet, jawel van Annie. Een jong eendje aarzelt wat in het water. Alles is nog nieuw en vreemd. De buschauffeur van lijn 20 is een vriendelijke jongeman die in Rotterdam aan de Willem de Kooning Academie heeft gestudeerd. Maar voor zijn tekenen heeft hij niet veel tijd meer. Hij is niet alleen buschauffeur maar speelt muziek in een band die dan weer in Mechelen optreedt en dan weer in Amsterdam. Hij woonde lang in Axel en weet precies waar ik moet uitstappen. Ik ben een vreemde in Axel. Vanaf de bushalte zie ik een onverwacht moderne, nieuwe, zwarte, vierkante kubus dat het museum blijkt te zijn waar ik naar op zoek ben. Daar is een expositie met negentig beelden van een negentigjarige collega-priester Omer Gielliet. Al jaren heb ik een werk van hem: een getergde Christuskop in een aangedreven stuk hout, dat hij op het strand vond, gesneden. Christus, Jezus, als een vreemd stuk hout op een strand aangedreven. Ik mocht het bijna 25 jaar geleden ontvangen uit de erfenis van Ton, een vrouw die geen zestig werd. Zij huilde bij elke afspraak. Het was uitgesteld huilen. Ze was met haar moeder in een Jappenkamp. Als zij huilde kreeg haar moeder slaag. Een vriendin vertelde dat ze ook heel vrolijk kon zijn, maar zij zag mij als haar huil- en schuilplaats. Zij was ook in Breskens geweest bij die vreemde collega Omer. Bijna twintig jaar lang heeft dit geschenk een plaats gehad in de Goede Vrijdagdiensten in, tot voor kort mijn werkstek, verpleeghuis Antonius IJsselmonde. Nu heeft het een plaats in mijn huis.

Werkelijkheid omkeren

Na een vriendelijke ontvangst door een vrijwilliger met een Zeeuws-Vlaamse tongval – mijn museumkaart was ook hier geldig – en het opbergen van mijn rugzak in de garderobe, begon ik aan mijn tocht langs de werken van Omer Gielliet. Het tweede beeld waarmee ik oog in oog sta heeft als titel: de vluchteling. In het hout staat gekerfd: “De vluchteling: streepje voor of doorgestreept... druppeltje hoop.” Ik sta oog in oog met zeer veel bijzondere beelden die steeds weer de werkelijkheid omkeren, zoals een Christus Koning op zijn kop die meer een machteloze stuntelaar lijkt dan een Almachtige, maar toch de ogen heeft van een machtige kerel om van te houden; iemand die Almacht stopt en machtelozen de weg van de hoop wijst.

Een man die kunstgeschiedenis aan vwo-leerlingen geeft en hen wilde laten zien dat heel wat groten in de geschiedenis hun wortels hebben in bescheiden afkomst, zoals Axel, vroeg me of ik een pelgrim was. Is dat iemand die verre tochten maakt? Of die elke dag wandelt en zich openstelt voor het onverwachte? Het onverwachte kan je verwonderen maar ook verbijstering. Een onbekende medepassagier in bus 20 terug wees me de weg om nog een mooie wandeling over de Zeedijk langs de Schelde te maken. Een vrouw zei: “Een dag de zee niet zien, is een dag niet leven.” Ze wees me de monding van de rivier. Ik zag de zee en de industriële pijpen van Vlissingen.

Vreemde onvriendelijke

Bij de bushalte stonden een jongen en een meisje te wachten. Hij had kroeshaar en ze spraken een vreemde taal. Zij nam ook de bus die overvol was. Vol met jongeren die uit een ver en mij vreemd land leken te komen. Geen toeristen. Bij het busstation na de sluizen stroomde de bus leeg. “Allemaal vakantiegangers”, zei de chauffeur. Een oudere dan die jongere van de ochtend. Het schoot direct in mijn verkeerde of goede keelgat - je weet maar nooit. “Het zijn geen vakantiegangers”, zei ik. Hij hield aan en zei: “Ik heb toch wel een beetje gelijk, als ik een conflict heb moet ik het toch ook zelf oplossen.” “Er moet zeker een oplossing komen maar, ze zijn niet op vakantie.” Ik voelde ergernis en wilde hem kapittelen. Ga eens in hun schoenen staan, wees dankbaar dat je werk hebt in dit rijke land. Mijn moraliserende ‘ik’ ging spreken. Ik had geen zin in een debat. Verboden te spreken met de chauffeur stond er vroeger in de bus. Ik zweeg en ging bladeren in het dikke boek over het werk van Omer Gielliet. Halverwege de Westerscheldetunnel vroeg de chauffeur of hij mocht weten wat ik in mijn dagelijkse leven deed. “Vandaag niet”, zei ik kortaf. Hij en ik zwegen tot station Goes. Ik ben mezelf soms ook vreemd in een stresssituatie. Ik stoorde me aan dat woord vakantiegangers, die taal die mensen zomaar wegzet. Wilderstaal. Ik ben niet op mijn best in dit soort situaties. Vreemdelingen en vluchtelingen, asielzoekers, illegalen zijn overal en ineens sta je oog in oog met hen. Ze zijn steeds meer dagelijks onder ons en wie ben ik dan? Een vriendelijke ander of een bitsige ander? Voor de chauffeur die een medelander was, werd ik een vreemde onvriendelijke. Ik heb nog veel te leren.

[box type="shadow"]

Thijs Heslenfeld en Rinke Verkerk, Anything out of nothing, Oost West Thijs Best, Putten

De tentoonstelling met werk van Omer Gielliet is nog te bezichtigen tot 2 april 2016 in Museum Het Warenhuis, Markt 2, 4571 BG Axel, (www.hetwarenhuis.nl, tel. 0115 562 885).

Ton Bakker, Omer Gielliet in beeld, 300 blz., € 29,90, Durenkamp, (te bestellen via [email protected].)

[/box]

 

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.