Er lijkt geen ontkomen aan. De digitalisering heeft ons leven in de greep. Wat doet dat met ons lichaam? Gebruiken we ons lichaam, tempel van de ziel, nog wel op een natuurlijke manier? Annemarie Scheerboom heeft er zo haar twijfels bij. We verkeren een groot deel van de dag in een virtuele wereld. Het lichaam wordt zo als een warenhuis zonder klanten, een tempel waarin de ziel verkommert. “Kom, laten we ervoor zorgen dat ons lichaam tot zijn recht komt. Laten we niet alleen kíjken naar het leven, maar het ook daadwerkelijk léven.”
Door Annemarie van Diepen-Scheerboom
Ik zit in de trein en de koppen staan dezelfde kant op: lichtjes naar beneden gericht. Alle ogen naar ieders smartphoneschermpje. Niet dat ik iets compleet anders doe, hoor. Op dit moment zit ik namelijk mijn column te typen op mijn laptop. Het treinbeeld is in de loop van de jaren wat veranderd. Hoewel er nu nog steeds slapende mensen in de trein zitten, is het eerste waar ze naar kijken zodra ze hun ogen openen hun mobieltje. Mensen met boekjes en mensen die verveeld uit het raam keken zijn getransformeerd in beeldschermkijkende automaten. In de trein is het best oké zou je denken. Dan heb je toch niks beters te doen. Maar dan stap je de trein uit en besef je dat je ook buiten de trein niet onder de digitalisering uit kunt.
Lijf
Op dit moment ben ik bezig met een themanummer over ons lijf voor Omega Magazine, vandaar dat ik er nu wat bewuster mee bezig ben. En die digitalisering slaat als een tang op een varken wat betreft je lichaam eer aan doen, want je leeft virtueel, dus niet lijfelijk. Omdat ik alle artikelen voor dat Omeganummer onder ogen krijg, heb ik inmiddels een uitgebreid beeld over wat katholieken wel of niet over het lichaam te zeggen hebben. Het blijkt een mysterieus ding te zijn. Best raar, want het lijkt zo tastbaar en concreet. Het is net een ijsberg die met zijn topje prijkt, maar zijn grootste deel verscholen houdt onder het wateroppervlak. Nu zou je denken dat wij ons lichaam ook onder de letterlijke oppervlakte kennen. Als biologiedocente in spe kan ik best het een en ander vertellen over wat er zich allemaal onderhuids afspeelt. Maar dit blijft inderdaad slechts bij het waarneembare. Je lichaam zelf gaat verder.
Wat ik fascinerend vind, is dat je zelf je lichaam bent. Niet alléén je lichaam, zoals medebioloog Dick Swaab in zijn bekende boek ‘Wij zijn ons brein’ beweert. Maar toch: je lichaam doet niet onder voor je ziel. Het zou de tempel van je ziel moeten zijn. En ja, tegenwoordig zijn we flink bezig met het onderhouden van die tempel. Wij hebben een buitengewone belangstelling voor fitnessblaadjes en onderzoek dat weer een nieuw smeuïg feitje over ons lichaam onthult. Onze tempels stralen. Alleen worden zij zo weinig gebruikt waar zij werkelijk voor dienen. Onze tempel is net een stralend warenhuis zonder klanten. Geen wonder, want wat er in dit stralende warenhuis te krijgen is, is slechts junkfood. We voeden onze zielen met veel troep die we dagelijks via onze smartphones binnen krijgen. Dat zijn bepaald niet de juiste waren. Dit geldt trouwens ook voor al het eindeloze werk, al is het nog zo nuttig, dat we tegenwoordig geacht worden digitaal te doen.
Levende kip
Waarom dat zo mis is? Ik denk vooral dit: de digitalisering veroordeelt ons tot een nadenkcultuur. Ik vind het raar dat een groot deel van ons leven zich afspeelt in een virtuele wereld. Leef je niet via je Facebookaccount, e-mail, whatsapp of iets anders, dan is het wel dat werk en school tegenwoordig erg gericht zijn op het uitdenken van van alles. Ook op de middelbare school waar ik nu stage loop. Dat is een hypermoderne laptopschool waar leerlingen het raar vinden als ik ze vraag om iets met pen en papier op te schrijven. Hoe zullen ze staan kijken als ik een levende kip meeneem naar school? Waar is de tijd gebleven dat zoiets nog normaal was? Dat we in een reële werkelijkheid leefden in plaats van in de fictieve werelden waarin we ons, via onze overwerkte grijze massa, nu vaak bevinden. Ik vind het stom dat de sociale hangplek nu social media zijn geworden en niet het speeltuintje om de hoek.
Kom, laten we ervoor zorgen dat ons lichaam tot zijn recht komt. Laten we niet alleen kíjken naar het leven, maar het ook daadwerkelijk léven. Ik zit nu in een andere trein en typ mijn column af. Naast mij zit een meisje met haar opa dierenplaatjes te plakken. Opa’s en kinderen snappen het!