“Arnold Jacobs probeert een jaar lang alle Bijbelse geboden en beschrijvingen te gehoorzamen, maar dat lukt hem natuurlijk niet”, zegt de Amsterdamse historica en ‘leesverslaafde’ Anne-Maria van Hilst over haar favoriete boek, ‘Een jaar leven volgens de Bijbel’, de hilarische en spirituele bestseller van de Amerikaanse journalist Arnold Jacobs. Van Hilst organiseert interreligieuze bijeenkomsten in binnen- en buitenland.
Door Cees Veltman
“Jacobs gehoorzaamt een jaar lang de tien geboden. Hij gaat heen en vermenigvuldigt zich - hij wordt vader van een tweeling - staat een tiende van zijn loon af aan de armen en draagt geen kleren van gemengde garens. Maar hij kan zich niet aan alle regels houden. Hij stenigt overspeligen wel, maar met kiezelsteentjes. Hij volgt ook Marcus 16, 17-18 niet. Daar beschrijft Jezus waaraan gelovigen herkenbaar zijn: ze drijven demonen uit en genezen zieken door handoplegging. En ze pakken giftige slangen op zonder dat hen dat deert. Jacobs bezoekt wel een kerkelijke gemeente die het slangencitaat niet metaforisch opvat, maar zich letterlijk aan de Bijbel wil houden. Tijdens diensten worden giftige slangen opgepakt. Jacobs heeft zijn vrouw beloofd geen slang aan te raken, maar de gemeenteleden doen dat wel om hun toewijding aan de Bijbel te laten zien. Dat gaat meestal goed, vertellen ze hem, al zijn er de afgelopen eeuw wel zestig gemeenteleden door overleden. Jacobs vindt het fenomeen minder bizar dan hij had verwacht. Religie maakt immers het vreemde gewoon en het gewone vreemd. Hier wordt het vreemde gewoon gemaakt, is Jacobs conclusie.
Wat mij in het boek het meest aanspreekt, is dat hij als seculiere New-Yorkse jood met hetzelfde worstelt als ik: wat zijn de regels en hoe moet je daarmee omgaan? Dat is de kern en het aantrekkelijke van het jodendom. In het jodendom - maar ook in andere religies hoor - zijn regels heel wijd interpretabel. Het is prima, en het wordt zelfs aangemoedigd, als je er verschillend over denkt, als je het maar kunt onderbouwen.
Klapstoeltje als oplossing
Zijn de Bijbelse regels nog toepasselijk en haalbaar in onze maatschappij? Hoe komt het dat sommige regels als heel belangrijk worden gezien en andere helemaal niet? En hoe komt dat er verschillend over wordt gedacht? Wat is nu een manier om met oude teksten om te gaan? Dat vind ik intrigerend. Volgens een van de joodse regels mag je niet op een bankje gaan zitten waar een ongestelde vrouw op heeft gezeten. Maar hoe weet je dat en hoe moet dat in de metro bijvoorbeeld? Als oplossing gaan mensen op een opklapstoeltje zitten, omdat je er alleen zelf op hebt gezeten.
Je kunt dit soort kwesties ook oplossen met een minder strenge interpretatie van de regels. Misschien heb je dan minder vastigheid. Dat zeggen mensen soms tegen me, maar juist die onzekerheid en die eigen zoektocht om onderscheid te maken tussen religieuze regels en normaal geldende regels uit die tijd is nuttig. Dat de profeet Mohammed met een achtjarige trouwde, Aïsja, was in die tijd normaal en het huwelijk werd pas later geconsumeerd. In de joodse traditie moeten mannen een keppeltje dragen. Waarom alleen mannen? Omdat in die traditie alleen mannen op regels worden aangesproken. Dat was ook logisch in een tijd dat mannen de dienst uitmaakten.
Als het om seksuele omgang gaat, bestaan er tussen jodendom en islam veel overeenkomsten. Ook over de rechten van de vrouw. Zij mag altijd weigeren in de slaapkamer, een man maar een beperkt aantal dagen. Dat heeft te maken met zijn beroep. Als je schipper bent, moet je voor een weigering toestemming vragen aan je vrouw. Dat vind ik een feministisch trekje in het jodendom.
Serieuze overtuiging
Voor mij is het boek een eyeopener in de zin dat ik niet wist dat er nog steeds mensen zijn die denken dat de aarde zesduizend jaar geleden is gemaakt of zich bezighouden met de vraag of een combinatie van kledingstoffen is toegestaan. Dat is een wereld die ik niet kende. Die moet ik niet meteen afkeuren. Misschien kan ik er iets van leren. Je kunt er mooie waarden uit halen, zoals het boek van Jacobs laat zien. Die mensen zijn heel serieus met hun overtuiging bezig. Daar kun je bewondering voor hebben. Het is niet mijn manier van met levensovertuiging omgaan, maar wel een mooie manier. Nu gaat het erom te kijken naar het waarom.
Het boek heeft mijn idee van het nut van de interreligieuze dialoog versterkt. Daarvoor is nodig dat je elkaar echt leert kennen, dat je doorvraagt, niet alleen elkaars handen vasthoudt of alleen thee met elkaar drinkt. Het gaat om diepgang. Het hoeft niet over theologie te gaan, maar wel om hoe je je overtuiging beleeft. Pas dan kom je op overeenkomsten, de kern van geloven en wat de verschillende waarden zijn. Elke levensbeschouwing heeft heel mooie normen en waarden. Dat is mijn ervaring bij interreligieuze ontmoetingen die ik organiseer. Het is goed om uit al die tradities iets te halen. Er blijken dan veel meer overeenkomsten te bestaan dan verschillen.
Bijvoorbeeld als het gaat om seks en eerbaarheid bestaan er tussen islam en jodendom veel positieve overeenkomsten. We kiezen wel eens een religieuze tekst en vragen in welke traditie die tekst thuishoort: joods of islamitisch? Dan blijkt dat ze in beide tradities bestaan, bijvoorbeeld als het om dwang bij bekeren gaat. Dat wordt in beide tradities afgewezen.
Lastige vragen
Ik heb vaak veel lastige vragen gesteld aan mensen met andere levensbeschouwingen. Soms loopt dat verkeerd af, maar meestal kun je een open gesprek met elkaar voeren. Dan kom je vaak uit bij vooroordelen of inconsequenties. Toen ik eens tijdens een interreligieuze ontmoeting vertelde dat bij ons in de liberaal joodse gemeente het homohuwelijk mogelijk is, reageerde een orthodox-christelijk meisje woest. Hoe kon ik daar voorstander van zijn terwijl er in de Bijbel staat dat homoseksualiteit een gruwel is? Mijn antwoord was: wanneer heb jij voor het laatst een overspelige vrouw gestenigd? Dat staat ook in de Bijbel namelijk, maar dat doen we toch ook niet meer?
Ik gebruik tijdens die ontmoetingen liever het woord levensovertuiging dan religie, omdat je het dan breder trekt. Iedereen heeft namelijk een levensovertuiging, niet alleen religieuze mensen. Samen kunnen we gemeenschappelijke waarden ontdekken. 99 procent van de mensen staat op een vergelijkbare manier in het leven. Levensbeschouwing is voor heel veel mensen de basis van hun bestaan. Dat ontkennen, vind ik persoonlijk een beetje gevaarlijk. Maken we religie in ons leven te belangrijk? Ik denk het niet. Iedereen kijkt vanuit een bepaalde levensbeschouwing naar de wereld om zich heen. Je kunt die overtuigingen niet uitzetten en doen alsof ze niet belangrijk zijn.”
-------------------------
Arnold Jacobs, ‘Een jaar leven volgens de Bijbel, alle Bijbelse geboden en voorschriften in praktijk gebracht’, Kosmos Uitgevers, 416 blz., € 7,90.