Ik ben opgegroeid in een van de rijkste buurten van Amerika. Niet dat mijn familie superveel geld had; als expat word je al snel op kosten van de zaak gehuisvest in de superrijke suburbs rondom Washington. Daar zag ik hoe groot de kloof tussen arm en rijk kan worden: 16-jarige jongetjes die met hun eigen Porsche naar school kwamen versus straatarme wijken elders in de de stad.

Alles in Amerika ademt ‘Je maakt je eigen geluk’. Het tegenovergestelde is er ook waar. Wie het niet breed heeft, werkt niet hard genoeg. Ik denk dat een blind geloof in de Amerikaanse droom de enige manier is om als maatschappij deze mate van ongelijkheid te accepteren. Dan gaat het bijvoorbeeld om het idee dat als arme mensen maar hard genoeg werken, ze óók in luxe auto's kunnen rijden (en genoeg kunnen eten). Dat deze droom totale onzin is, hebben wetenschappers als Piketty allang bewezen: in het huidige kapitalisme bestaan geen gelijke kansen. Rijken worden steeds rijker; en het is voor steeds meer mensen heel moeilijk - zeg maar gerust onmogelijk - om je van arm naar rijk te werken. 

Nederland

Desalniettemin bleek de Amerikaanse droom een succesvol exportproduct. In Nederland geloven we inmiddels ook dat we de superrijken het minst moeten belasten en de brievenbusfirma's ongemoeid moeten laten. Tegelijkertijd leven er in ons superrijke land 900.000 mensen onder de armoedegrens en heeft de helft daarvan regelmatig honger. De verdeling van rijkdom is in Nederland ongelijker dan een tijd lang werd aangenomen. De rijkste 1% bezit ongeveer een kwart van het totale vermogen; de rijkste 10% tweederde. De 316.620 dollarmiljonairs in Nederland bezitten samen ongeveer een vermogen vergelijkbaar met het bruto binnenlands product. 

Deze vermogensongelijkheid zal de komende jaren alleen maar toenemen, wanneer de kinderen van de babyboomgeneratie letterlijk honderden miljarden erven van de meest welvarende generatie ooit. Geld dat ze ontvangen, zonder daar ooit iets voor te hebben moeten bijdragen aan de maatschappij. Ondertussen is de erfbelasting - bijgenaamd ‘sterftaks’ - bijzonder impopulair. 

Dominant

In haar boek Limitarisme laat Ingrid Robeyns haarfijn zien hoe de rijke elite de politiek en fiscale wetgeving naar haar hand zet. Waarom het onbegrensde kapitalisme de democratie ondermijnt, de samenleving uitholt en de aarde uitput. Bovendien wordt politieke instabiliteit - die mondiaal toeneemt - niet zelden in verband gebracht met vermogensongelijkheid.

De Amerikaanse filosoof en wiskundige Charles Eisenstein beweert dat systemen en de symptomen van deze systemen berusten op dominante narratieven waar we als maatschappij in geloven. De Amerikaanse droom is misschien wel het sterkste verhaal dat we elkaar vertellen, ondersteund door allerhande bijgeloven zoals de overtuiging dat vermogen naar beneden sijpelt (trickle down economics) en dat de onzichtbare hand van de markt ingrijpt bij excessen. Verhalen die door de wetenschap keer op keer ontkracht worden.

Deze verhalen nemen soms gewetenloze proporties aan, zoals de oproep van econoom Milton Friedman: ‘De maatschappelijke verantwoordelijkheid van bedrijven is om hun winst te vergroten’. Een sentiment dat vertolkt wordt in de film Wall Street met de leus ‘Greed is Good’. Een leus die ik met eigen ogen op de muren van een Nederlands adviesbureau heb zien staan.

Bovengrens

De verhalen die de Amerikaanse droom in stand houden worden ondanks wetenschappelijke tegenspraak met hand en tand verdedigd. Wie pleit voor het limitarisme wordt al gauw weggezet als communist. Maar het limitarisme is nadrukkelijk geen pleidooi voor het communisme, maar een oproep om de wildgroei aan ongelijkheid die het huidige kapitalisme produceert, te begrenzen door de vraag te stellen: wanneer is genoeg genoeg? 

Waarom zouden we in vredesnaam niet een (ruime) bovengrens instellen van bijvoorbeeld 10 miljoen euro per persoon? Of in ieder geval breken met ons huidige, regressieve belastingstelsel dat ervoor zorgt dat je het minst betaalt als je het meest hebt? Dan zouden we in één klap af kunnen rekenen met alle honger in Nederland, en nog een heleboel geld over hebben om bijvoorbeeld te investeren in het onderwijs.

Geloven

Ondertussen is de Amerikaanse droom met de herverkiezing van Donald Trump springlevend. Als we de theorie van Charles Eisenstein volgen is hij slechts een symptoom van een systeem dat op zijn beurt gaat over waar we in geloven. In Amerika vermengt het geloof in een onbegrensd kapitalisme inmiddels met een snel groeiende religieuze overtuiging in wat bekendstaat als het Prosperity Gospel: het geloof dat rijkdom een teken is van Gods goedkeuren. Het zoveelste verhaal dat ertoe dient om de belangen van de huidige elite te beschermen.

Waar geloven we in Nederland in? Ook wij belasten arbeid zwaarder dan vermogen en houden zo ongelijkheid in stand. Maar er is ook iets aan het verschuiven. Volgens onderzoek van IPSOS wil de ruime meerderheid (70%) van de Nederlanders dat de overheid meer doet om ongelijkheid te verkleinen. Slechts elf procent is het hiermee oneens. En de VVD.

Je hoeft echter niet te wachten op systeemverandering om je inkomen te begrenzen. Ik kom steeds meer mensen tegen die net als ik het limitarisme uit eigen beweging toepassen; omdat het onethisch is om heel veel geld te verdienen als anderen niet dezelfde kansen genieten én omdat de ongelimiteerde jacht naar geld mensen niet gelukkig maakt. Iets dat ik trouwens maar moeilijk uitgelegd krijg aan mijn high school-vrienden aan de andere kant van de plas.

Ik raad het iedereen aan om het boek Limitarisme zelf te lezen en de vraag te stellen: wanneer is genoeg genoeg? Het is tijd om te ontwaken uit de Amerikaanse droom met het besef dat een armoedegrens óók een rijkdomgrens nodig heeft.

Stephan Ummelen is auteur van het boek Betekenis & Bullshit en werkt als adviseur, onderzoeker en spreker rondom de thema's zingeving en geloofwaardigheid. Zie: www.waardengedreven.nl.

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.