De tegenstelling tussen vrijzinnig en orthodox is kunstmatig, vindt Erik Borgman. Beide geloofshoudingen horen bij elkaar. Als theoloog wil Borgman nadenken over hoe God zich steeds opnieuw toont midden in ons bestaan. De ernst waarmee de orthodoxie God centraal stelt, is hem daarbij even lief als de vrijmoedigheid waarmee vrijzinnigen nieuwe wegen in slaan. Orthodoxie en vrijzinnigheid herkent hij in de spiritualiteit van zijn eigen dominicaanse traditie. Maar ook in die van de doopsgezinden, die hem onlangs uitnodigden voor een gasthoogleraarschap.
Door Erik Borgman
Hoe ontsnap je aan een verkeerde indeling wanneer die indeling overal als uitgangspunt geldt? Wie in God gelooft en tegelijkertijd wetenschapper is, kent het probleem. Wat voor jou vanzelfsprekend bij elkaar hoort, wordt door anderen een vanzelfsprekend onmogelijke combinatie gevonden.
Ware belijdenis
Onlangs kwam deze vraag mij op een wat andere manier na aan de huid. Ik heb vaak betoogd dat de indeling van gelovigen in orthodoxen en vrijzinnigen weinig zinvol is. Als vrijzinnigheid wordt gelijkgesteld aan zelf denken en eigen verantwoordelijkheid, dan probeer ik uit te leggen dat het er gelovig gesproken niet om gaat wat ik vind en voor mijn rekening of mijn verantwoordelijkheid kan nemen. Het gaat daarentegen om God en hoe mijn leven en denken in het licht van haar aanwezigheid verschijnt. Dat hebben gelovigen die als orthodox gelden goed begrepen. Maar het gaat er gelovig gezien evenmin om dat we vasthouden aan overgeleverde formuleringen. Iets is niet waar omdat het in de Bijbel of de geloofsbelijdenis staat, of alleen maar waar voor zover het daar in staat. Dat hebben degenen die vrijzinnig worden genoemd weer goed gezien.
Ik heb het nooit erg gevonden dat vrijzinnigen en orthodoxen om beurten lieten blijken mij als één van hen te beschouwen. Met het volledige kritische instrumentarium dat ons ter beschikken staat nadenken over hoe God, die zich in Jezus Christus heeft laten kennen, zich hier en nu – en dat valt niet noodzakelijk samen met daar en dan – toont als oorsprong, dragende grond en doel van het bestaan: dat is wat ik als theoloog probeer te doen. Een orthodoxie die naar de ware belijdenis op zoek is.
Vrijzinnige theologie
In katholieke kring speelt de tegenstelling tussen orthodox en vrijzinnig gelukkig niet zo. Maar een jaar geleden werd ik door de Algemene Doopsgezinde Sociëteit benaderd of ik geïnteresseerd was om een gasthoogleraarschap op mij te nemen in wat zij noemden ‘vrijzinnige theologie’. Ik voelde mij verkeerd ingedeeld, maar vond het onbeleefd om direct in een e-mail ‘neen’ te zeggen. En langzamerhand drong tot mij door wat het belang was van het feit dat mijn eigen geloofsweg liep via de traditie van het religieuze leven. ‘Vrijdenkers voor het evangelie’ is een geuzennaam voor de leden van de dominicanenorde waartoe ik – als niet-kloosterling en ‘leek’ – behoor.
Om het goede en het ware te gehoorzamen, moeten mensen hun geweten volgen, meende de middeleeuwse dominicaan Thomas van Aquino al. Immers, wie autoriteit gehoorzaamt vanwege de autoriteit, die geeft toe aan de macht en erkent niet de waarheid en de goedheid, ook al zegt hij wat waar is en doet zij wat goed is. Het religieuze leven laat zien dat geloof niet in formules zit, maar uiteindelijk navolging van Jezus betekent. In het Johannesevangelie zegt Jezus tegen zijn leerlingen dat Hij ze niet langer als dienstknechten beschouwt, maar als vrienden. Immers: “een knecht heeft geen begrip van wat zijn meester doet.” Dominicanen koesteren deze uitspraak: “Jullie zijn mijn vrienden als jullie doen wat ik jullie opdraag. […] Dit draag Ik jullie op: dat je elkaar liefhebt” (Johannes, 15,14-17).
Radicaal liefhebben
Precies de navolging in het radicaal liefhebben heeft in de doopsgezinde traditie een prominente plaats. In verschillende gebieden van de wereld leidt dit ertoe dat doopsgezinden aansluiting zoeken bij de traditie van het kloosterleven. Zij zijn solidair en nauw verbonden met mensen die de nieuwe woestijnen van de wereld bewonen. Daarin zien deze groepen van doopsgezinden een manier om Jezus na te volgen en zo te ontdekken welke weg de Geest hen wijst. Deze beweging wilde ik graag nader verkennen.
Het gaat hierbij niet zomaar om vrijzinnigheid, want “niet jullie hebben Mij, maar Ik heb jullie uitgekozen”, zoals Jezus het in het Johannesevangelie formuleert. Maar het gaat ook niet zomaar om orthodoxie, want noch dopers, noch kloosterlingen zijn bang om nieuwe wegen te gaan en op nieuwe manieren na te denken over de wereld, het leven van mensen daarbinnen en hun relatie met God. Naar deze nieuwe vormen wilde ik wel onderzoek doen. Wij moeten ons door nieuwe wegen en door nieuwe manieren van denken laten vinden, anders is het christendom in onze streken in zijn laatste fase aangeland.
Veritas
De doopsgezinden waren positief en we kwamen tot een afspraak: komende september begin ik aan het Doopsgezind Seminarium dat verbonden is met de Vrije Universiteit van Amsterdam. Voor twee jaar, voor een dag in de week. Het gasthoogleraarschap heet officieel nog steeds ‘vrijzinnige theologie’. Daar zet ik mij graag overheen. Veritas, is het motto van de orde der dominicanen, ‘waarheid’. Het is uiteindelijk de waarheid die vrij maakt en wij kunnen slechts in vrijheid door de waarheid worden gebonden. Gelovig gesproken leidt ware vrijzinnigheid tot waarachtige orthodoxie en omgekeerd. Een keuze is dus niet alleen niet noodzakelijk, zij is onmogelijk.
Lees ook: Erik Borgman ‘visiting professor’ aan Doopsgezind Seminarium