In de suikerzoete Sinterklaastijd bepleit Lisette Thooft een holistische kijk op gezond leven. 'Mind over matter' gaat haar net wat ver, maar: "Het stofjes-denken is mij te beperkt, te linker-hersenhelftig, te materialistisch."
Door Lisette Thooft
“Jij was vroeger toch zo heftig tegen suiker?” vroeg mijn schoonzoon.
“Klopt,” zei ik, “ik vond het net zo erg als heroïne. Mijn kinderen mochten nooit snoep toen ze klein waren.”
“Maar wat heeft je dan van mening doen veranderen?” vroeg hij.
In het gezin van mijn dochter en schoonzoon is het begrip suikervrije dagen ingevoerd, en ik had er een keer over geklaagd dat ik mijn kleinkinderen op mijn oppasdag niet kon verwennen (met biologische brownies).
“Hm ja, goede vraag, waardoor eigenlijk,” vroeg ik mezelf hardop af. “Heroïne vind ik ook niet meer zo erg trouwens.”
Holistisch
Ik ben van mening veranderd omdat ik meer holistisch kijk. Het stofjes-denken is mij te beperkt, te linker-hersenhelftig, te materialistisch. We zijn geen biochemische robots, we zijn mensen geschapen naar Gods gelijkenis, en ik weet zeker dat God en alles wat goddelijk is, zoet is. Niet zuur, niet bitter, niet zout.
Zoet hoort bij de hemel, bij onvoorwaardelijke liefde, bij het zoete gevoel van eenheid en veiligheid van de ziel in haar ware thuis. Alle kleine kinderen houden van zoet, moedermelk is zoet en ik denk dat dat zo moet zijn om baby’s nog een beetje hemel mee te geven hier in het stekelige ondermaanse.
Hier in het bonkige avontuurlijke leven in de stof hebben we het te doen met het zout der aarde, het bittere kruid en de zure appels waar we doorheen moeten bijten. Als het goed gaat, ontwikkel je langzaam maar zeker een volwassen smaak en ga je van dat schurende, schonkige leven hier genieten. Als het niet helemaal goed gaat – en wanneer gaat het nou wel helemaal goed? – houd je een kinderlijke hunkering naar zoet en moet er overal suiker in, ook in ketchup en pindakaas en kipnuggets en doperwten en mayonaise.
Als ouder kun je volgens mij beter in je gezin een sfeer van onvoorwaardelijke liefde scheppen, dan strenge suikerregels opleggen. Hoe zoeter het gezin, hoe minder behoefte aan suiker. Zou je zeggen, toch?
Andersom doet suiker vast minder kwaad als er ruimschoots liefde, vrolijkheid en vriendelijkheid in de lucht hangen. Ooit schreef ik een artikel voor een tijdschrift met als titel ‘Liefde geneest’, en van alle wetenschappelijke onderzoeken die ik daarvoor doorspitte, heb ik dit onderzoeksresultaat onthouden: kinderen die naar een lachfilm kijken, hebben daarna meer immuunglobuline A in hun speeksel dan voordat ze de film hebben gezien. En immuunglobuline A beschermt tegen gaatjes. De kwalijke invloed van stress op de gezondheid is inmiddels ruimschoots aangetoond.
Liefdevolle sfeer
Het is niet helemaal mind over matter. Matter matters heus wel. Maar suikerwerk dat uitgedeeld wordt als zoethoudertje als substituut voor oprechte aandacht en liefde, doet vast meer kwaad dan zoetigheid waarvan je samen in een liefdevolle sfeer geniet.
En ja, natuurlijk is suiker verslavend, en verdienen veel te veel mensen er veel te veel geld mee, ten koste van de gezondheid van anderen. En natuurlijk zijn suikervrije dagen een goed idee in de ongezonde overdaad van onze tijd.
Maar zelfs heroïne kun je met de juiste dosering inpassen in een gezond en productief bestaan, zoals de Amerikaanse hoogleraar Carl Hart betoogt in zijn boek High Price. En zoetigheid natuurlijk ook. Een lichaam dat bewoond wordt door een gelukkige ziel kan ongelooflijk veel opvangen, oplossen en ten goede keren.
We zijn tere zieltjes in een robuust lijf, denk ik. Niet andersom.