Tot eind jaren negentig stond Bill Connolly, zoon van een fabrieksarbeider uit Michigan (1938), alleen bekend als lid van een collectief strijdbare politiek filosofen, critici van het ongebreidelde geloof in de vrije markt. Scherp analyseerde hij de neoliberale ideologie en de desastreuze gevolgen van het kapitalisme voor de Amerikaanse onderklasse en de roofbouw op wat toen nog ‘het milieu’ genoemd werd. Hij vond pas een eigen stem toen hij moeite kreeg met die term.