Lisette Thooft is een laatbloeier, tenminste wat het spelletje Wordfeud betreft. En dat is wel jammer, want eenmaal ontdekt, is het bijna verslavend. “Maar wat een leuke, leerzame en beschaafde verslaving.” Je komt in het spel ook jezelf tegen: je ergernissen, ambities en gemene trekjes. Je kunt sympathiek en romantisch spelen, maar om interessant te blijven als tegenstander moet je ook een beetje slecht zijn. “Wordfeud is als het leven zelf, zo diep.”
Door Lisette Thooft
“Wordfeud? Dat is zó 2012”, zei iemand. Digitaal loop ik een paar jaar achter: ik ben nu pas verslaafd geraakt aan Wordfeud op mijn smartphone. Een soort Scrabble, voor twee personen, draadloos door de ruimte gespeeld. Een verschil met Scrabble is dat je eindeloos woordjes kunt uitproberen als je aan de beurt bent, zien hoeveel punten ze opleveren en op ‘Play’ drukken, waarna het programma checkt of ze wel bestaan. “FLETE is not in our dictionary” lees je dan bijvoorbeeld.
Doorgaans speel ik minstens zes spelletjes tegelijk, met mijn broer, mijn dochter en drie of vier vriendinnen. Als een spelletje afgelopen is, stuur ik direct een uitnodiging voor een Rematch. ’s Ochtends is het eerste wat ik doe kijken of ik al ergens aan de beurt ben, en ’s avonds is het laatste wat ik doe, een woord leggen. Daartussendoor, als ik aan het werk ben, mag ik van mezelf ook af en toe kijken en zetten doen. (Zo ongeveer om de tien minuten, schat ik, behalve natuurlijk als ik iemand aan het interviewen ben of zo.)
Het is denk ik wel een echte verslaving, met scheutjes dopamine of zo bij elke geslaagde zet, en het Beloningscentrum van mijn hersens permanent in de hunkerstand. Maar wat een leuke, leerzame en beschaafde verslaving.
Positiviteitsoefening
Je leert er allerlei mooie Nederlandse woorden van, zoals WEGEL (weggetje), WARANDE (jachtterrein van een voorname familie) of HAMEI (juk van een valbrug). De meest bizarre woordjes blijken te bestaan, zoals ZEET, BISSE, HEX, LUT en ZANTE. Maar WO of US of ZWAT, zeg maar, iets zelfverzonnens, daar moet je niet mee aankomen. En de meest normale spirito-woorden zoals BARDO of BOEDDHA accepteert hij ook niet. Daar kan ik me over opwinden, maar dat helpt niet – achter het apparaatje zit een kille machine die met ijzeren hand regeert en op geen enkele manier te beïnvloeden is. Ik noem hem De Robot en ik mag graag over hem klagen. Maar mijn man heeft me streng toegesproken. Het is al erg genoeg dat ik zo vaak op mijn schermpje zit te turen; als ik dat ook nog zuchtend en steunend en mopperend doe, is voor hem de maat vol. “Maak er een positiviteitsoefening van”, raadde hij me dringend aan. Dat probeer ik nu.
Wijze lessen
En dat is maar een van de vele wijze lessen die ik leer van Wordfeud. Het is eigenlijk net het Leven zelf, zo diep. Het spirituele leven, waag ik zelfs te beweren. Of een serie levens, volgens de reïncarnatiegedachte. Het leukst is namelijk spelen tegen iemand die ongeveer even goed is als ik, zodat het een spannende race wordt. Als een van de twee steevast wint, gaat de spanning eraf. Dus ik moet wel af en toe verliezen, wil het spannend blijven. Met andere woorden: winst of verlies is volstrekt onbelangrijk. Het gaat écht niet om het resultaat, alleen om het proces.
Dat is zelfs zo binnen één spelletje. Heb ik iets geweldigs gelegd, bijvoorbeeld die keer dat ik MIJNGANG kon leggen op een strategische plek, waardoor ik 202 punten scoorde, dan is dat heel even een geweldige kick. Wow, lekker! Maar onmiddellijk daarna verbleekt de glorie, want ik besef dat de kans nu wel erg groot is geworden dat ik dit potje win. Hm. Jammer eigenlijk.
Dan begrijp je ook hoe erg het moet zijn voor Bill Gates, bijvoorbeeld, om de rijkste man van de wereld te zijn. Hoe kan hij het nu nog spannend krijgen? Dat lukt niet meer.
Het verzoent me met mijn pensioenloze zzp’ersbestaan. Bij mij blijft het altijd spannend.
Klein beetje slecht
Ten tweede: je kunt sympathiek spelen en onsympathiek spelen. Sympathiek is als je af en toe met een mooi lang woord je tegenspeler de kans in de schoot werpt op een vakje met Dubbele of Driedubbele Woordwaarde. Onsympathiek is als het je uitsluitend gaat om de punten, weigert om lange woorden in onstrategische richtingen te leggen en telkens weer indikt op de woorden die er al liggen. Daarmee kun je het spel zelfs helemaal vastzetten.
Maar aan de andere kant – als je heel romantisch bent en alléén maar lange woorden legt die weinig opleveren, verzwak je jezelf. Dan ben je wel sympathiek, maar op den duur een oninteressante speler. Je moet dus in het leven wel een heel klein beetje slecht zijn. Weer wat geleerd.
Hamilton’s Rule
Je kunt ook vals spelen, trouwens – althans: spieken op de website of in een app die woordenlijstjes voor je maakt van de letters die je in je balkje hebt. Ik was hevig verontwaardigd toen ik daarvan voor het eerst hoorde. Maar inmiddels heb ik toch maar eens een kijkje genomen, en dat doe ik nog, af en toe. Zo vond ik bijvoorbeeld het woord DEWIJL (was ik zelf nooit op gekomen) waarmee ik die ene steengoeie vriendin kon verslaan. En ik betrap mezelf erop dat ik de verleiding (om te spieken) bij steengoeie vriendinnen lastiger te weerstaan vind dan bij mijn dochter. Dat heet Hamilton’s Rule: je hebt meer over voor je eigen bloedverwanten, omdat die ook jouw genen doorgeven. Hoe dichterbij de verwant, hoe meer je voor hem of haar over hebt. Kennelijk werkt dat darwinistische principe zelfs hier. En het stemt tot nederigheid om dit in mijzelf aan te treffen.
Even kijken op mijn schermpje. Helaas, niemand heeft nog gespeeld. Nou, dan ga ik maar eten koken.
» Lees ook andere artikelen van Lisette Thooft