“Ik wilde de spirituele weg van liefhebben toegankelijk maken voor een zo breed mogelijk publiek”, zegt Yvonne van den Heuvel, schrijfster van ‘Ik geloof in Liefde’ en oprichter van de gelijknamige Facebook/Instagram pagina. Het boek bevat tien waargebeurde, meditatieve verhalen uit een brede religieuze traditie en nodigt uit tot openstellen voor meer liefde.
Door Cees Veltman
Jan Terlouw prijst je boek omdat je ‘het onbenoembare weet te benoemen’.
“Daar ben ik blij mee. We delen dezelfde protestantse achtergrond. Hij is agnost geworden en ik ben in liefde gaan geloven. Ik beschrijf het dagelijkse leven, met de poten in de klei. Midden in het alledaagse en het ‘normale’, kunnen we zo’n heiligheid en zo’n schat ontdekken: de essentie van ons leven. De essentie van het leven ontdek je in het samen zijn. Het onbenoembare is de spiritualiteit die je niet kunt zien, maar wel kunt voelen. De ervaring van de onvoorwaardelijke liefde zelf. Die schat mag je meenemen als je straks de afwas gaat doen, gaat werken of voor de kinderen gaat zorgen. Dan wordt het allerkleinste, het vaak in onze ogen onbelangrijke, heel belangrijk. Alleen al het roodborstje bijvoorbeeld dat in je tuin komt. En wat we vaak belangrijk vinden: een groot huis vol dure spullen, wordt dan onbelangrijk.”
Geloven in liefde doet bijna iedereen?
“Ja, als je het aan mensen vraagt, zullen ze zeggen daar graag in te geloven. Het klinkt ook heel universeel. Ik denk dat iedereen, tot aan atheïsten toe, voelt dat bij liefde een kern ligt. Ook achter veel haat en gescheld op de sociale media zit behoefte aan liefde. Als je kijkt naar de achtergrond van criminelen, mensen die volledig van het pad afraken, zie je meestal dat ze enorm aan liefde, erkenning en veiligheid tekort zijn gekomen. Vervolgens belanden ze in de gevangenis in een nog liefdelozere omgeving. Het is maar de vraag of je daarmee de kern van hun gedrag aanpakt.”
Je wordt geïnspireerd door de Amerikaanse scheikundige Frank Andrews, in Nederland weinig bekend.
“Dat boek is zijn enige uitstapje naar spiritualiteit. Ik kreeg The Art and Practice of Loving in handen als eerste handvat in mijn twintiger jaren. Ik dacht: dit is de manier waarop ik spiritueel wil zijn. Dit is de weg die ik wil gaan. Het is een vrij theoretisch boekje met veel oefeningen, maar ik heb er veel aan. Ik heb het zeker tien keer gelezen. Hij leerde me dat een kopje theedrinken een meditatie op zich kan zijn, met water dat al zo oud is als de aarde en thee, gevoed door de grond en grondstoffen uit de andere kant van de wereld. Dat ene kopje thee verbindt je met alles wat er is, alles wat is geweest en alles wat ooit hier op aarde zal zijn. Het bevestigde voor mij wat ik zelf al zag als de meest zuivere kern van het christendom: onvoorwaardelijke liefde. Dit is waar het over gaat. Alle regels, theologie, uiterlijkheden en wetten eromheen, zijn minder belangrijk.
“Het is niet een kwestie van even simpel liefhebben”
Als je zegt: het gaat om de liefde, ben je in één zin klaar, maar dat is te gemakkelijk gezegd. Het pad van de liefde is een spiritualiteit van elke dag die zo diep gaat, dat het je levensweg wordt, een dagelijkse toewijding. Het is niet een kwestie van even simpel liefhebben, maar een kwestie van groeien. Daar is discipline voor nodig, maar ieder mens is anders en moet een eigen weg vinden, dus je kunt er geen algemene regels voor opstellen. Voor mij is het wel een dagelijkse levenswijze geworden. Ik kan niet meer anders. Dat betekent niet dat ik elke dag met een meditatiecursus voor de open haard zit, helemaal niet, maar ik probeer liefde in alles wat ik doe terug te laten komen.”
Hoe reageert je omgeving daarop, je kinderen bijvoorbeeld?
“Ik voed mijn vier dochters - de oudste is pas 11 - hier zoveel mogelijk mee op, neem ze mee naar verschillende kerken, naar de soefi’s, noem maar op, ik lees ze voor uit de kinderbijbel, maar lees ook allerlei verhalen voor van sterke vrouwen uit de geschiedenis. Ik wil dat ze al die wegen een beetje proeven. Zodat ze zien dat er vele wegen zijn om de onvoorwaardelijke liefde te ontmoeten en dat je mag kiezen wat bij je past.”
Je kunt niet breed genoeg denken?
“Dat denk ik ja. Ik sprak laatst iemand die een commune wil stichten, helemaal zelfvoorzienend, en zo een nieuwe wereld wil helpen scheppen. Ik voelde toen: heel Nederland is mijn commune, de hele wereld. Ik wil in het dagelijkse leven voor liefde kiezen. Deze bron sluit iedereen in.”
Woorden als eenheid en samen worden ook wel eens als jeukwoorden bestempeld, want wat komt er in de praktijk van terecht?
“Ja dat is altijd de vraag. Je moet de lat niet te hoog leggen, want je bent ook maar gewoon een feilbaar mens. Mijn boek is geschreven vanuit de gedachte hoe liefde zou kunnen zijn. Voel ik me altijd één met anderen? Voel ik altijd liefde? Zeker niet elke dag. Zeker niet als ik moe, verdrietig of ellendig ben, maar ik weet dat een betere wereld mogelijk is als we liefde geven en toelaten. Het is heerlijk om te mogen weten dat heel veel liefde mogelijk is. Ik heb een keer een mystieke ervaring gehad die naar oneindig geluk verwees. Ik zag de aarde als een prachtige blauwgroene bol en dichter bij de zon voelde ik intense liefde.”
“Je kunt haast niet meer alles nieuw kopen”
Ook liefde voor de aarde bepleit je.
“Als je echt gaat voelen dat het slecht met de aarde gaat en hoe we de aarde uitbuiten, kun je haast niet meer alles nieuw kopen bijvoorbeeld. Als ik in warenhuizen al die keus zie in kleding en meubels en als ik zie hoeveel eten er wordt weggegooid, word ik bijna misselijk. Als iets stuk is, kan het opgeknapt worden. We kunnen met heel wat winkels minder toe en bijna alles in kringloopwinkels kopen. Ik koop zelf bijna alle kleren tweedehands, behalve schoenen voor de kinderen.”
Wat heeft het schrijven van dit boek met je eigen spiritualiteit gedaan?
“In één van de hoofdstukken beschrijf ik liefhebben als het leven van een hartgrondig ‘ja’. Een hartgrondig ja naar mensen, naar omstandigheden, naar alles wat je meemaakt. Ik werd in iets meer dan drie jaar moeder van vier dochters, werkte voor televisie en verloor mijn zeer geliefde broer binnen drie maanden aan zelfmoord. Ja zeggen tegen alles wat is, is dan lang niet altijd makkelijk. De rouw zat diep. Toch ben ik het gaan doen: ja zeggen. Tegen het alledaagse, tegen mijn tranen, tegen de drukte. Daarmee vond ik een schat: mijn dagelijkse taken werden als het ware ‘heilige’ taken. Het is maar net met welke ogen je naar je leven kijkt. Het hele normale werd heel bijzonder. De spiritualiteit lag voor het oprapen. Ik heb dit boek dan ook opgedragen aan mijn overleden broer.”
Speelt je levensbeschouwelijke achtergrond daarbij een rol?
“Zeker. Spiritualiteit en religie zit in elke cel van mijn lichaam. Als kind werd ik er meerdere keren per dag mee geconfronteerd door mijn ouders, de scholen en de kerk die het allemaal goed en oprecht bedoelden. Toch heb ik de liefde zoals ik haar beleef, vaak in de orthodoxe kant van het christendom gemist. Als je mensen maar vaak genoeg vertelt dat ze zondig zijn, niets waard zijn en niets voorstellen, dan heeft dat gevolgen. Ik heb mensen eraan kapot zien gaan. De innerlijke stem in mij om Liefde (met een hoofdletter) van het stof te ontdoen, werd daarmee alleen maar bekrachtigd.”
“Ongelijkheid moeten we als samenleving niet meer accepteren”
Er zit ook maatschappijkritiek in je boek. Je klaagt de vele ongelijkheid aan. Je bekritiseert het kapitalisme. Je vindt het schandelijk hoe mensen met de laagste uitkeringen worden behandeld.
“Ja. Ik beschrijf in het boek het klamme huis van een vriend van me, Marius, die heel creatief is en veel heeft te geven, maar in zijn jeugd is mishandeld. Hij wordt nu nog steeds mishandeld. Zijn leven was kapot en blijft kapot. Hij komt maar niet aan het werk. Je had zijn huis moeten zien. Het was heel verdrietig. Er is nog zoveel ongelijkheid in Nederland. Het is nog steeds zo dat de mensen die het werk doen en de producten maken het minst verdienen en de mensen achter een bureau het meest. We moeten daar wat aan doen. Dit kan echt niet en het klopt niet. Dat moeten we als samenleving niet meer accepteren. Het kapitalisme is wel een wereldwijd systeem, maar we moeten er nu een begin mee maken om dat om te gooien. Het kan niet snel, maar we kunnen wel stappen zetten. Als wij het beter hebben dan anderen, kunnen we samen een langere tafel bouwen, niet een hoger hek.”
Je noemt positieve voorbeelden zoals de Braziliaanse ondernemer Ricardo Semler die de machinefabriek van zijn vader overnam.
“Ja hij had de moed om het hele bedrijf om te gooien. Hij wilde dat de werknemers weer de zon in hun ogen zouden terugkrijgen. Het is ook economisch een succes, want de mensen gaan harder werken als ze passie voelen. Het bedrijf van zijn vader was top-down georganiseerd en de werknemers beleefden weinig plezier aan hun baan. Semler voerde revolutionaire veranderingen door, ontsloeg driekwart van de managers, schafte eigen kantoren en eigen secretaresses af en hief de afdeling personeelszaken op. Zo is een extreem platte organisatie ontstaan die de mensen die het product maken belangrijk maken. Zij hoeven niet meer te laten weten hoe laat ze op het werk komen of wanneer ze naar huis gaan. Ze mogen zelf beslissen wat ze willen maken en vooral op hun manier en op hun tijd. Ze kiezen en beoordelen zelf hun ‘manager’ en bepalen zelf hun salaris. Ze zijn zelf eigenaar van hun werk en worden creatiever. De ongelijkheid is eraf gehaald. In mijn boek wil ik hiermee laten zien hoe inspirerend het kan zijn om vanuit het perspectief van liefde dingen radicaal te durven omgooien.”
----------------------------------------
Yvonne van den Heuvel, Ik geloof in Liefde, 158 blz., € 19,95. Een officieel Goede Doelen Boek: de volledige opbrengst gaat naar Stichting ik geloof in liefde. Te bestellen via www.yvonnevandenheuvel.com/boek.
Frank Andrews, The Art and Practice of Loving, Living a Heartfelt Yes, Magic, 244 blz., € 20,99
Ricardo Semler, Semco-stijl, Boekerij, 293 blz., € 20,99,