In een zorgcentrum in Huizen is de zangeres en zangpedagoge Aafje Heynis (91) overleden. Met haar warme alt maakte zij met een breed repertoire naam in binnen- en buitenland. Aanvankelijk zong ze vooral in oratoria, later verbreedde zij haar werkterrein naar componisten als Beethoven, Brahms en Mahler. Heynis maakte talloze plaatopnames. Voor haar cd Dank sei Dir, Herr won zij eind jaren 90 een gouden plaat.
In 1983 gaf ze haar laatste concert. Jaren eerder zei ze al in een interview: "Ik stop met zingen als ik nog op het topje van de berg sta. Bij de afdaling zal geen publiek aanwezig zijn." Ze bleef lesgeven, onder meer aan de Nederlandse zangeres Charlotte Margiono.
Heynis werd in 1924 geboren in Krommenie. Een dirigent van een zangvereniging ontdekte haar bijzondere zangtalent. Ze kreeg onder anderen zangles van Aaltje Noordewier. "Ze heeft me in twee jaar alles geleerd", zei Heynis in een interview.
Lees ook het uitgebreide interview met Aafje Heynes door Bas van Putten uit 1997: 'Uit het archief van Vrij Nederland.'
"Een jaar of tien geleden deed ik boodschappen in Laren. Ik had nog steeds ontzettend veel verdriet over de dood van mijn man, die twee jaar eerder was overleden. Toen ik daar zo met mijn boodschappentassen bij de auto stond, begonnen plotseling, zomaar op de zaterdagmiddag, de klokken van de Grote Kerk te luiden. (...)
Er was een mis in de kapel. Ik ging een beetje onwennig aan de zijkant zitten – wat ik meemaakte, was tenslotte nieuw voor mij. Op een gegeven moment werd de hostie aangeboden. De katholieken stonden op en liepen allemaal langs de priester, behalve ik. Maar de priester, een buitengewoon aardige man, kwam op mij af en bood ook mij de hostie aan. Ik zei: ik ben niet katholiek. Hij fluisterde: bent u gedoopt? Waarop ik ja zei, en de hostie kreeg. Vervolgens gebeurde er iets vreemds. U weet, ik ben helemaal geen fantast, ik ben iemand van twee recht, twee averechts. Maar toen ik ging zitten, boog het onderste gedeelte van mijn ruggengraat een stuk naar binnen, alsof mijn rug werd ingedrukt. Ik werd gloeiend heet en opeens wist ik: dit is het. Ik was na de dood van mijn man bij de christelijken geweest, bij de gereformeerden en bij het Leger des Heils, ik had gezocht maar niet gevonden. Ik had erbij gezeten, ik had meegebeden – er gebeurde niets. Op die zaterdag in Laren begreep ik plotseling waarom. In de katholieke kerk moet je het zelf doen: het knielen, het bidden, je wordt zélf betrokken bij de eredienst. Toen wist ik: hier is het. Hier kan ik het allemaal aan God kwijt: hoe erg het is, hoe zwaar het is. Er is tijd voor het aanbidden."
Lees hier verder voor het hele interview
Bron: VN