Een explosie in Rotterdam. Water gemaakt tot oorlogsmisdaad. Het verwerpelijke moet woorden krijgen. Het moet tegen het licht worden gehouden. In korte zinnen. Als neerstortend water. "Ik schrijf ze op om niet te versomberen." Aldus Marinus van den Berg

Door Marinus van den Berg

Het was de 66ste explosie in de stad waar ik al 26 jaar mag wonen. Het was rond 03.40 uur. Na tien minuten kwamen politie en brandweer. Een buurman vertelde het. Zelf heb ik het niet gehoord. Ik slaap aan de achterzijde van de woontoren. De explosie was aan de overkant van de binnenhaven, in een portiek naast Loods 24. Dat is een gedenkmonument voor de duizenden joden van Rotterdam en de Zuid-Hollandse eilanden die daar bijeen werden heengevoerd om vervolgens te worden doorvervoerd naar de moordkampen. Nu is er een groene glasvlakte waar de kinderen spelen, waar jongeren op hun fietsen afstappen tijdens een 'excursie'.

Om 7 uur hoorde ik van deze explosie op het radionieuws. Het eerste item ging over de kapotgebombardeerde dam bij de Oekraïense stad Cherson. Een nieuwe escalatie van een oorlog waaraan voorlopig geen einde lijkt te komen. De aanhoudende explosies in mijn stad en ook andere steden schijnen bij een andere oorlog te horen: de drugsoorlog die evenals vele oorlogen kwetsbare mensen, jonge uithalers, vanaf 8 jaar, kind en frontsoldaten, het vuile werk laten doen. De 'bevelhebbers' zitten veilig in hun bastions te brassen en te drinken. Soms worden er enkelen na jaren politiewerk uit hun villa-holen gehaald.

Het leven in deze stad en dit land gaat ook vandaag zoals elders door. Monica Keijzer - politica - uit Volendam praat met mensen langs het kanaal bij Vroomshoop, Geerdijk en Daarlerveen, die leven in verzakte huizen. Het kanaal moest bevaarbaarder worden voor grotere containers. Zij luistert nu naar mensen die zich niet serieus genomen voelen. De minister-president wordt in de Tweede Kamer door Kamerleden opnieuw namens de gedupeerde Groningers onder vuur genomen. Als het geduld, dat zich niet erkend voelt, opraakt wordt taal oorlogstaal. Of de taal verstomt en wordt tot zwijgen als ieder woord levensgevaarlijk is.

Ik loop over de Erasmusbrug. Kijk even naar een viersterrencruiseschip, Celebrity, dat vooral voor de zeer rijken bestemd lijkt. Er staat een ambulance op het voet- en fietspad. Er zijn drie politieauto’s. Er is iemand met een fiets gevallen. “Een deel van uw werk is ook voor mensen zorgen”, zeg ik tegen een politieagente. Ze dankt me dat ik het zo zie en zeg en zwaait als ze voorbijrijdt.

Onder de brug bij de Spido lopen drie vrouwen. Ze blijken uit de Oekraïne te komen en verblijven nu in Boxtel. Ze spreken geen Nederlands en geen Engels. Ze willen het ijsje van de Ola-ijsjesman zelf betalen. Ik wilde het voor ze betalen, maar dat was een paternalistische gedachte. Het tastte hun eergevoel aan. Ze straalden zoals anderen uit dat land die ik eerder ontmoette een indrukwekkende waardigheid uit. Ze zijn niet allereerst financieel arm, maar beroofd van hun vrijheid. Wilde ik mijn onmacht afkopen met een ijsje?

In het middaguur schreef ik: Het water van Cherson. Het is geen gedicht. Het is geen gebed. Het zijn korte zinnen onder elkaar. Het is neerstortende water dat grond vermoddert. Het stelt niets voor. Toch schrijf ik ze op om niet te versomberen. Het sombere, het verwerpelijke moet woorden krijgen. Het moet tegen het licht aan worden gehouden.

De Antwerpse lerares en stadsdichter Ruth Lasters verzet zich in een gedicht tegen de tweedeling van A- en B-mensen. Alles draait om de universitairen, maar de lassers, de metselaars, de vuilnisophalers worden niet gezien. Het stadsbestuur wilde haar gedicht niet aanvaarden. Haar woorden waren kennelijk te explosief. Ik las een mooi gesprek met haar in het poëzietijdschrift Awater, zomer 2023. Zij die tegen de stroom in durven te gaan versterken de hoop. Ik hoorde vandaag ook over 'tenten van hoop', dagboeknotities van de Zweedse collega Tomas Sjödin wiens eerdere werk over rust en stilte me sterk aansprak. Binnenkort zal het verschijnen bij uitgeverij de Ark/Jongbloed. Mag de hoop exploderen in de harten.

 

Het water bij Cherson

Het water voor vriend en vijand is losgebroken

Het ontdamde water dat huizen doet instorten

Het water dat mens en dieren dood en chaos brengt

 

Het water dat de grond onvruchtbaar maakt

Het bulderende water is vijand geworden

Het water buiten haar oevers is tot wapen gemaakt

 

Het water is tot een oorlogsmisdaad verworden

Het op drift geraakte water dat nu de wereld bedreigt

Het water zal weer naar een plaats stromen

 

Er zal weer droog land verschijnen

Er zal weer een duif terugkeren met een jong olijfblad.

Er zal weer water zijn om in vrede van te leven.

 

(Marinus van den Berg, 6 juni 2023)

 

 

 

 

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.