Gebruiken en rituelen rond dood worden steeds gevarieerder en persoonlijker. Zo komt de zit-lig-kist eraan. Marinus van den Berg moet er aan wennen: "Dat liggen lijkt definitiever dan nog half op zitten. Wordt zo een kist niet ook een soort troontje? Maar de dood onttroont."

Door Marinus van den Berg

Er is markt voor, zegt de DELA en waar markt voor is gaat er waarschijnlijk wel van komen. Als je maar betalen wilt en als er maar aan te verdienen valt. Zo ook de zit-lig-kist. Zo'n maakt het de bezoekers gemakkelijker om de overledene te zien. Ik kan me daar wel iets bij voorstellen.

Er zijn naasten die graag – soms alleen – naast de overledene willen zitten. Je dierbare die in de kist is gelegd is met die transitie ook verder van je weg. Het sluiten van de kist is weer zo een moment. Het dichtschroeven van de kist is een ander moment waaraan je kunt participeren of niet. Zo daalt het besef van het nooit-meer dieper in. Nooit meer dicht naast elkaar, nooit meer elkaars hand kunnen vasthouden, nooit meer elkaars ogen zien.

Je kunt niet alleen nadenken over de plaats waar de overledene is tussen overlijden en de uitvaartsdag, thuis sterven en thuis opbaren kunnen in elkaar overgaan. Je kunt ook nadenken over het moment waarop iemand in de kist wordt gelegd en door wie.

Kist als boekenkast

Er wordt niet altijd voor een kist gekozen. Anderen hebben een kist als boekenkast of als een soort bewaarkist al een hele tijd in huis. Je kunt ook naar de milieuvriendelijkheid kijken en naar de prijs. Een mooie kist hoeft niet duur te zijn en wat is mooi? Wie zegt dat? “Niets is mooi”, zei een dochter, “mijn vader is dood.” Ze kon dat troostend bedoelde woord mooi niet meer verdragen.

Emoties kunnen een kist onnodig duurder maken. Wie, wat en wanneer stuurt de keuze? Later zal de vraag gesteld worden of de kist “zal blijven staan” zodat iedereen nog een laatste groet kan brengen. Of wordt de kist in het graf gezet en kunnen de bezoekers een schep zand op de kist strooien en wie zijn er als laatsten rond het graf. Tal van keuzes die tal van spanningen kunnen geven.

Ieder heeft zijn eigen wijze van omgaan met afscheid, met de dood. Het gaat om de dood en niet zomaar in het algemeen maar van een naaste. Het zijn de naasten die de keuzes maken en vaker dan vroeger hebben zij die gaan sterven mee invloed gehad op die keuzes. Het regelen van de dood lijkt minder in handen van professionals te liggen, maar hoeveel minder dan tien jaar geleden weet ik niet.

Minder te kiezen

Zeer lang lag het meer in handen van de familie en de buren, zoals in mijn kinderjaren, maar er was ook minder te kiezen. Niemand vroeg daarom. In de jaren dat veel jongeren door aids stierven is er ook hier veel meer veranderd en is de wens naar een persoonlijke stijl gegroeid.

Nu las ik dat er een 'zit-lig-kist' op de markt gaat komen. Ik heb vaak mensen in hun levenseinde meegemaakt die zolang mogelijk naast hun bed wilden zitten. “In bed ga je dood….”

Gecamoufleerde dood

In de Verenigde Staten zag ik dat overledenen zo opgebaard kon worden dat je hun hart nog zag kloppen. De gecamoufleerde dood. Ik moest er aan denken toen ik las over die zit-lig-kist. Dat hoeft natuurlijk niet maar ik moet er even aan wennen. Dat liggen lijkt definitiever dan nog half op zitten. Wordt zo een kist niet ook een soort troontje? Maar de dood onttroont.

De dood doet ons ter aarde vallen. Er is een neiging om verzachtend over de dood te praten, maar de dood is vooral hard. Ook de gewenste dood. De dood berooft ons van elkaar en houdt zich niet aan keurige volgorde. Ik hoef maar te denken aan al die kinderen en jongeren die verdrinken, die in deze mooie zomer zoek raken en dood worden gevonden.

Bram Vermeulen zong wel dat je pas dood bent als niemand je naam nog noemt en gelovigen hopen of geloven dat ze in de Liefde van God verder zullen leven. Dat alles vlakt de pijn, het harde niet weg. De dood is ook een vijand. We spreken steeds meer over een mooie uitvaart, over het vieren van het leven. We proosten op de overledene en applaudisseren. Ik zou liever het accent leggen op zorgvuldigheid die recht doet aan de gestorvene.

Mooi praten is nog niet goed praten als er geen recht wordt gedaan. Alles kan zorgvuldig en persoonlijk voorbereid en geregeld zijn, maar als niet gezegd wordt dat er ook pijn is of verwarring of boosheid soms of waaromvragen, dat we ons afgesneden voelen, zoals de dichter Vasalis zei, dan camoufleren we het verdriet en kan er een ongezond taboe op verdriet groeien.

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.