Essayeren betekent letterlijk: uitproberen. Het is zoekend schrijven en al schrijvend vat krijgen op de dingen. Voor Marjoleine de Vos bleek het de juiste vorm om stil te staan bij het verlies van dierbaren, in En steeds is alles er (2023). Ook voor het net verschenen Zo hevig in leven, waarin ze schrijft over een bobbeltje in haar kaak dat zich ontpopte tot een kwaadaardige tumor, koos ze voor essayeren.

Want dichters mogen er patent op hebben het onzegbare te kunnen verwoorden, voor De Vos was dat nog een stap te ver. “Voor poëzie heb je afstand nodig, dan kun je een beeld snijden dat betekenis heeft. Daar was ik nog niet toe, ik zat er nog te dicht bovenop. Maar ik wilde wel schrijven over wat ik dacht en voelde. Ik had behoefte het vast te houden.”

Wat is dat ‘het’? Wat wilde u vasthouden?

“Dat weet ik niet, dat is nou net het punt. Het was iets onbestemds. Door mijn ziekte ging ik nadenken over wat ik eigenlijk belangrijk vind. Je komt dichter bij wat het betekent om in leven te zijn. Maar het is niet zo dat in het licht van mijn eigen sterfelijkheid ineens heel duidelijk wordt waar het om draait in het leven. Ik verraste mezelf ook weleens met gedachten over onbenulligheden. Het wordt niet allemaal opeens heel verheven.”

Gedachten over een leven na de dood had u niet?

“Ik ben niet opgevoed met de onsterfelijkheid van de ziel en had niet alsnog de neiging om me daartoe te bekeren. Ik merkte juist dat ik geen behoefte had aan voorstellingen van een hiernamaals of eeuwigheid. Geen behoefte klinkt nog te sterk, als een keuze. Ik dacht er gewoon niet eens aan.”

In plaats daarvan denkt en schrijft ze over hoe je ooit zou kunnen begrijpen hoe iets niets wordt. Over ‘er gewoon zijn’ en nadenken over dat zijn. En over hoe je leven een aaneenrijging van momenten is en wie ze dan precies was en is. Waarom duikt haar 16-jarige zelf, fris fietsend over het Museumplein, op in haar hoofd? “Je eigen herinneringen vormen een confetti van gebeurtenissen zonder kop en staart. Je hebt over jezelf zowel een gevoel van continuïteit als van discontinuïteit. Je zegt dat je veel geleerd hebt en ten goede bent veranderd, maar ook dat je ‘jezelf’ bent gebleven. Zo rommelen we een beetje met ons eigen levensverhaal.”

Inmiddels is de ergste kou uit de lucht, de tumor bezworen, de bestralingen achter de rug. “Alles is goed verlopen, er lijkt geen reden om me zorgen te maken.”

U beschrijft hoe u slachtoffer werd van wachtlijsten in de zorg. Bent u daar anders tegenaan gaan kijken?

“Nee, maar je ervaart opeens aan den lijve wat ze betekenen. Ik hoorde de specialist zeggen dat ik uiterlijk binnen zes weken geopereerd moest worden, maar het was ook duidelijk dat dat niet zou gaan lukken. Dat betekent zo’n wachtlijst dus en daarin ben ik niet de enige. Het lijkt aanmatigend om het alleen voor jezelf heel erg te vinden, maar het is ook een schrale troost dat je niet de enige bent. Je moet een evenwicht zien te vinden tussen het individuele lot en het grotere lot waar je onderdeel van bent.

Dat evenwicht zoeken vind ik in het algemeen interessant. De gulden middenweg klinkt als het toppunt van saaiheid, maar ik ben er diep van overtuigd dat er niets beters is dan dat. Dat is de kunst van het leven: voor ogen houden wat je belangrijk en van waarde vindt en daar koers je dan op je eigen slingerende weg op aan.” 

‘De gulden middenweg klinkt als het toppunt van saaiheid, maar ik ben er diep van overtuigd dat er niets beters is dan dat’

Marjoleine de Vos

Hoe lukte het u om, terwijl u in onzekerheid over uw eigen gezondheid verkeerde, toch nog columns voor NRC over de actualiteit te schrijven?

“Ik heb wel even gedacht: ik ben ziek en doe niets meer. Maar ik vond het fijn om ook over de wereld na te denken en niet alleen over jezelf en ziek-zijn. Die columns dwingen me ook om in de gaten te houden waar het me om gaat. Dat ik me met de wereld engageer en daar op mijn eigen manier op reageer.” 

Waarover maakt u zich de meeste zorgen?   

“Grotendeels dezelfde dingen als iedereen. Welke kant je ook opkijkt, je wordt er niet vrolijker van. Dat de democratie op de tocht staat, dat de oorlog in Oekraïne en Gaza maar voortduurt, noem maar op. Maar ik zie het niet als mijn rol om daar politiek commentaar op te geven. Te doen alsof ik het allemaal zo goed weet en hoe het anders moet. Natuurlijk wind ik me ook op over een minister Faber of Poetin. Maar ik vind het aanmatigend en lachwekkend om dat als columnist of in een interview te doen.”

Hoe wilt u dan wel over de wereld schrijven?

“Het begint altijd met iets wat ik me afvraag. Ik ben nu bijvoorbeeld het boek Notities van een theoreticus van Shi Tiesheng aan het lezen, over het China van Mao. Daarin gaat het onder meer over verraad en dan ga ik nadenken: wat is verraad en hoe ver moet je gaan om een ideaal na te streven? Je kunt wel zeggen: je moet doen wat bij je past, maar dat moet altijd in het teken staan van grotere ethische overtuigingen. Zonder waarden leef je alle kanten op. En die grote waarden inspireren vaak weer de kleine vragen.

Het leven is eindeloos vindingrijk in het onderuit halen van hoe je zou moeten zijn. Alles is altijd heel wat minder mooi en heroïsch dan je je had voorgesteld. Zorgen voor iemand of iemand niet in de steek laten, is bijvoorbeeld mooi gezegd, maar als je ervoor staat, kan dat best ingewikkeld zijn. Daar heb ik het graag over, over het verschil tussen wat je kunt en wat je denkt. Je hebt altijd idealen en opdrachten waar je niet steeds aan kunt voldoen. Dat is soms pijnlijk en dus moet je bijstellen en nuanceren.” 

Waar komt dat ethisch kader vandaan?

“Ik ben opgegroeid in een christelijk-westerse wereld en de waarden daarvan zitten ook in mij. Zoals trouw, eerlijkheid, zorgzaamheid, democratie, solidariteit. Die herkent iedereen.”

Die waarden zijn in onze huidige politiek anders ver te zoeken. 

“Ja, en dat is echt schokkend. Alles waar ik tot nu toe vanuit ben gegaan en waarvan ik altijd heb gedacht dat niemand daaraan twijfelde en dat er zoveel mensen zijn die dat eigenlijk niets kan schelen. Die er niet bij nadenken welke rechteloosheid ze daarmee binnenhalen. Dat vind ik onthutsend, hoe gemakkelijk we onze vrijheid kwijt kunnen raken. Je denkt: hier gebeurt dat niet, maar dat kan dus wel. Dat er geen gemeenschappelijke grondwaarden meer zijn, is meer dan verontrustend. Ook de glijdende schaal verontrust me. Destijds vond ik Pim Fortuyn de grootste bedreiging voor de democratie, maar als ik nu filmpjes van hem zie, lijkt hij eigenlijk heel gematigd.” 

‘Dat er geen gemeenschappelijke grondwaarden meer zijn, is meer dan verontrustend’

Marjoleine de Vos

Waar put u in deze tijden nog hoop uit?

“Dat goddank de parlementaire democratie nog functioneert. Er zitten genoeg mensen in het parlement die daar wel aan hechten. Er zijn nog sterke buffers en instellingen en die laten protesten horen. Het kan allemaal maar niet zo zoals de regeringspartijen willen. Je hoeft dus niet meteen de handdoek in de ring te gooien.”

Dat kunnen wij als witte Nederlanders misschien makkelijker zeggen. Maar veel mensen voelen zich wel degelijk bedreigd, of het nu joden zijn die niet meer weten naar welk land ze kunnen vluchten of asielzoekers.  

“Dat is zeker waar. Die ongebreidelde agressie is heel griezelig. Ik ben altijd bang voor menigtes die voor een synagoge gaan schreeuwen of die stenen door de ruiten van een asielzoekerscentrum gooien. Het kan ook anders. Hier in Zeerijp is twee jaar geleden de kerk opengesteld voor asielzoekers uit Ter Apel. Het hele dorp heeft zich ingespannen om eten, kleding en bezigheden voor hen te vinden. Natuurlijk waren er ook mensen die zeiden: ho, ho, moet dat wel en is het nu nog wel veilig in ons dorp met al die mannen? Mensen mogen bang zijn, maar ik vond het heel fijn om te zien hoe bijna iedereen zijn of haar best deed.”

Terug naar uw boek. Zo hevig in leven draait uiteindelijk om de kunst om te leven in het moment. Is dat wat het leven de moeite waard maakt?

“Ja en nee. Dat je aan alledaagse dingen aandacht en zorg besteedt, zegt iets over de kwaliteit die je aan je leven wilt geven. Maar het moment maakt ook deel uit van een groter geheel. Al die momenten samen vormen je leven. Je moet altijd heen en weer, van het grote naar het kleine, van de eeuwigheid naar het moment. Het moment alleen is niets en bij de eeuwigheid kun je je niets voorstellen. Vanuit de hoogte bezien wordt alles betekenisloos en dat kan niet de bedoeling zijn. Dat heen en weer pendelen is tegelijk het mooie en het moeilijke van het leven. Er is een mooie regel uit een gedicht van Elisabeth Eybers: ‘Ek mis myself steeds minder.’ Het gaat steeds minder om jezelf, je geeft je aan wat je ziet en hoort, aan de omgeving, aan het grotere geheel.”

Wat is dan dat grotere geheel?

“De maatschappij, je familie, je verbanden. En de natuur. Daar zijn we als mens maar een onderdeel van, er zijn zoveel meer vormen van leven. We moeten beseffen dat we niet per se het belangrijkste zijn. Aan de andere kant: je kunt ook niet elke dag tegen jezelf zeggen: ‘ik ben biologie’. Ook hier weer gaat het om het vinden van evenwicht.”

We moeten beseffen dat we niet per se het belangrijkste zijn’

Marjoleine de Vos

Staat leven in het moment niet haaks op geloven in iets hogers?

“Dat weet ik niet. Want ik vraag me wel steeds af waarom de dingen zijn zoals ze zijn. En wat het goede en het ware is. Een makkelijk antwoord daarop is God, maar zonder dat duidelijk is wat je daarmee bedoelt. Het is goed om je te verhouden tot iets wat buiten het moment ligt, iets wat het geheel overspant. Poëzie biedt daar ruimte voor en religie ook, mits niet te orthodox.”

Opent u het boek daarom met het gedicht ‘mevrouw Despina leest een psalm’, over de vluchtigheid van het leven?

“Ja. Het mooie aan psalmen is dat ze gaan over de blik van de eeuwige op de mens: ‘de sterveling is als een bloem des velds, ’s avonds alweer verdord’. Voor een God vanuit de hoogte gezien is het allemaal niets, maar ondertussen is het wel je leven en worden we geacht dat zo goed mogelijk te doen. Het is zo voorbij, maar als je wacht op de uitslag van een ziekenhuisonderzoek duurt het eeuwen.” 

Dus psalmen bieden u de ruimte en taal om na te denken over die verhouding tussen eeuwigheid en ogenblik?

“Het gaat in de psalmen vaak over die tegenstellingen. Op aarde met al onze kleine gedoetjes richten we ons tot een instantie voor wie dat zomaar voorbij gaat, maar van wie je je toch kan voorstellen dat die ons ziet. ’Onze namen staan geschreven in uw hand’, dat vind ik een prachtig beeld.”

 U lijkt een haat-liefdeverhouding te hebben met zingeving.

“Dat is wel heel sterk uitgedrukt. Maar inderdaad, zingeving klinkt mij te receptachtig. Alsof je een pilletje kunt slikken en dat als je maar gelooft, de dingen zinvol worden. Daar houd ik niet van en ook niet van mensen die je vertellen dat Jezus de dood heeft overwonnen of iets dergelijks. Daar heb ik geen boodschap aan als ik hoor dat mijn tumor kwaadaardig is.”

Welke woorden raken u wel?

“Er is een tijd geweest dat ik regelmatig naar de kerk ging. Daar werd ik steeds erg getroffen door de priesterzege uit Numeri: ‘De Heere zegene u, en behoede u! De Heere doe Zijn aangezicht over u lichten, en zij u genadig! De Heere verheffe Zijn aangezicht over u, en geve u vrede!’ Nu ik die woorden zeg, ben ik bijna weer in tranen. Ze ontroeren me zo vanwege het beeld van een groter geheel, waarin je gezien wordt, de mogelijkheid van vervulling. Het is een bede, geen waarheid of zekerheid. Het is een verlangen. Je hoeft niet gelovig te zijn om dat na te voelen.”

Marjoleine de Vos (1957) is schrijver, dichter en columnist en redacteur kunst bij NRC. Ze schreef ook tien jaar lang een column voor Volzin. In 2000 debuteerde ze als dichter met Zeehond graag. Naast dichtbundels verschenen ook boeken over koken en wandelen. In 2023 verscheen haar essaybundel En steeds is alles er: over missen en herinneren en dit najaar Zo hevig in leven: over sterfelijkheid.

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.