"Er sloop een zwaarte in mijn gemoed", ondervond Lisette Thooft, nadat een en ander niet verliep zoals verwacht. Gelukkig kwam alles toch weer goed en openbaarde zich een wijze les.

Door Lisette Thooft

Wat zijn ze toch irritant, die fouten die je vooral maakt op je ouwe dag.

Voor het bezoek aan de tentoonstelling CALDER NOW in de Kunsthal, met begeleiding van de antroposofische kunstenares Wil Uitgeest, had ik “13.30 Kunsthal” in mijn agenda gezet. Voor de zekerheid was ik al om half één aanwezig, want ik dacht: die tour begint dus om half twee, en ik wil nog koffie drinken en een broodje eten. Maar het begon om half drie, de 13.30 uur in mijn agenda wás al inclusief restaurantplan dus ik was veel te vroeg. Bovendien hadden ze in dat restaurant niks dat geschikt was voor een oudedamesmaagje, ik vond het allemaal veel te duur en veel te veel. Ik bestelde brood en boter, bijgerechten voor respectievelijk 50 cent en 25 cent. Dat vond de serveerster goed. Maar het viel helemaal niet lekker bij mijn koffie verkeerd, ik hield een vette boterzweem in mijn mond. Er sloop een zwaarte in mijn gemoed.

Ik ging maar even wandelen. Wipte naar binnen bij het Natuurhistorisch museum aan de overkant, daar kan ik gratis in op mijn Rotterdampas, maar daar waren vooral heel zielig gestorven dieren.

Succesvol mens

Alles kwam goed toen de groep gearriveerd was en we de expositie gingen bekijken.

Het ging dus over Alexander Calder (1898-1976) en zijn invloed op de kunst. Wil Uitgeest vertelde over hem dat hij een succesvol mens was, heel beroemd en rijk geworden, een levensgenieter, gul en vrolijk. Een zware hompige man zei ze, maar hij danste graag, en ze deed voor hoe hompig hij danste. Hij maakte kunst van waardeloos materiaal, ijzerdraad, blikjes – héél veel kunst, bijna twintigduizend kunstwerken, dat is vijftig jaar lang elke dag een kunstwerk. Waaronder de mobiles en wat hij noemde stabiles in de expo: knutselwerken in evenwicht. Van de kunstenaar zelf mocht het publiek eraan komen, vertelde Uitgeest, maar daardoor zijn veel dingen toch kapot gegaan dus dat mag nu niet meer. Haar man, ook kunstenaar, kon het niet laten en duwde even tegen zo’n mobile, die allercharmantst begon te wiebelen, maar hij werd berispt door een zaalwacht. We bliezen tersluiks nog wat naar hangende mobiles.

Ik ging steeds beter kijken, naarmate ik er langer was. Het hangen en zweven van al dat materiaal vond ik steeds fascinerender. Er was ook werk van latere kunstenaars die door Calder geïnspireerd waren, zoals een parachute van de Duitser Carsten Nicolai. Een grote zijden parachute die op zijn zij lag, met een windmachine die af en toe grommend aansloeg als een opstijgend vliegtuig en de parachute ging dan de lucht in, horizontaal aan touwen, en vulde zich met lucht. Dan sloeg de windmachine weer af en de parachute zeeg naar de grond. Sommige mensen liepen dan weg, maar voor mijn gevoel werd het dan juist nog boeiender want het duurde zó lang voor al die stof weer helemaal stil lag. Het ding zweefde en bobbelde en bewoog nog minutenlang door.

Op het informatiebord zag ik dat deze Nicolai het had over zwaarteloosheid, de vertaling van Schwerelosigkeit en dat vond ik een prachtig woord. Zwaarteloosheid is niet hetzelfde als gewichtloosheid en ook niet als lichtheid. Het is geen moeiteloosheid, maar misschien wel zoiets als moeizaamheids-loosheid? Er is gewicht, er is moeite, er is werk, maar het wordt niet zwaar gemaakt, het wordt niet naar beneden getrokken. Insouciance, zou de Britse schrijver D.H. Lawrence zeggen, die was daar ook een fan van.

Vallen

Op de terugweg fietste ik langs de Westblaak waar een skatepark is en ik dacht: even kijken of ik heel toevallig mijn kleinzoon Jaya zie, want ik weet dat hij daar vaak is. Er was een jongen die erg op hem leek, ook zo lang en dun met afrohaar en een wijde grijze spijkerbroek. Deze tiener danste over de bodem van de half pipe heen en weer, zó elegant en soepel dat hij op mij overkwam als levend voorbeeld van zwaarteloosheid. Ik vond het prachtig en ik keek mijn ogen uit.

Later appte ik naar Jaya of hij het kon zijn geweest en hij appte terug dat hij dacht dat ik een vriend van hem bedoelde, “die veel beter is dan ik”, want hij was daar wel maar hij had niet zoveel geskatet – hij was gevallen. Ik vroeg of hij nog pijn had en hij appte “Het is niet zo bijzonder om te vallen tijdens skaten. Gebeurt elke dag.”

En ik dacht: wat ontroerend toch dat onze jeugd dit oefent, deze zwaarteloosheid, met hun eigen lijf, en dat ze het ervoor over hebben om elke dag te vallen. Het leek me ineens de essentie van zwaarteloosheid: dat je het niet erg vindt als je heel vaak valt.

Geen lading

Dat je er geen lading op legt als de dingen verkeerd gaan. Ook niet als je domme oudemensenfouten maakt.


De tentoonstelling over Alexander Calder in de Kunsthal, Rotterdam is tot 29 mei 2022 te bezichtigen. www.kunsthal.nl/nl/plan-je-bezoek/tentoonstellingen/caldernow/

 

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.