Het water kwam en het water ging. Rond het jaar 1300 leefden de inwoners van de dorpen aan de Maas rondom Cuijk met de constante dreiging van overstromingen. En in al hun onzekerheid over de toekomst, brachten zij hun gebeden naar een kleine kapel gewijd aan Sint Agatha, beschermheilige bij natuurrampen. Die kapel trok zoveel volk dat besloten werd hier een klooster te stichten. In 1371 vestigde zich hier de Orde van het Heilig Kruis. En nu, 650 jaar later, leven hier nog altijd vijf kloosterlingen, de zogeheten Kruisheren. Sint Agatha is daarmee het langst continu bewoonde klooster van Nederland. Al komt de dag steeds dichterbij dat dit kleine clubje de boel niet meer draaiende kan houden.
Zoals Kruisheer Edgard Claes nuchter concludeert: “Wij sterven dus uit.” In een filmpje gemaakt door de provincie Brabant vervolgt hij: “Niet dat dat zo heel erg is, maar we willen wel dat deze plek die toch uniek is en 650 jaar bestaat, dat die toekomst heeft als een plaats van rust en bezinning.” Het verhaal van Sint Agatha is uniek. En toch ook weer niet. Want in Brabant, kloosterprovincie bij uitstek, struikel je over de gedenkwaardige en opzienbarende monastieke geschiedenissen. Er zijn in deze provincie maar liefst 660 gebouwen die ooit dienst hebben gedaan als klooster.
Zestig tot zeventig Brabantse kloosters zijn nog altijd actief. Slechts een tiental daarvan wil en kan hun werk op lange termijn ook voortzetten
elleke bal
Zestig tot zeventig Brabantse kloosters zijn nog altijd actief. Maar slechts een tiental daarvan wil en kan hun werk op lange termijn ook voortzetten. Of ze nu doorgaan of niet, in al die kloosters wordt volop over de toekomst nagedacht. Vele kloostergebouwen worden gerenoveerd, herbestemd en verduurzaamd. Juist nu zoveel van die rijke religieuze pleisterplaatsen op een kantelpunt in hun geschiedenis staan, vond de provincie Noord-Brabant het tijd om dit erfgoed in de schijnwerpers te zetten. En daarom viert zij in 2021 het Jaar van het Brabants Kloosterleven.
Vier jubilea
Honderden jaren kloostergeschiedenis in Brabant hebben overal in de provincie hun sporen nagelaten, vertelt Olga Raaymakers, programmamaker van het Brabants Kloosterjaar. “Hoe kan dit kloosterleven dienen als een kennis- en inspiratiebron voor morgen?” Dat is de vraag die dit jaar als rode draad door talloze activiteiten en evenementen van het kloosterjaar heen loopt. En dat zijn er nogal wat, van tentoonstellingen, open dagen en markten tot theatervoorstellingen, concerten en boekpresentaties.
En dan zijn er nog de vier kloostergemeenschappen dit jaar een jubileum vieren, met gedenkwaardige eeuwtallen: de Kruisheren met hun 650 jaar, de Norbertijnen van de Abdij van Berne in Heeswijk-Dinther (900 jaar), de Norbertinessen in Oosterhout (750 jaar) en de zusters Clarissen uit Megen (300 jaar).
Wie dieper in de geschiedenis van deze en andere kloosterordes wil duiken, kan vanaf 1 mei de etappes van een nieuw kloosterpad wandelen. Speciaal voor dit jaar, en daarna, is er een wandelroute gemaakt langs zo’n vijftig (voormalige) kloosters en abdijen in Midden- en Oost-Brabant. Dit kloosterpad is maar liefst 330 kilometer lang, en opgedeeld in vijftien etappes.
Er zijn mensen die naar Santiago lopen, maar hoe bijzonder is het om nu ook in eigen land of eigen provincie langs deze route te kunnen pelgrimeren
olga raaymakers
“Er zijn mensen die naar Santiago lopen, maar hoe bijzonder is het om nu ook in eigen land of eigen provincie langs deze route te kunnen pelgrimeren”, zegt Raaymakers. Het idee van de route is dat wandelaars de gehele 330 kilometer kunnen lopen, met overnachtingen in een aantal kloosters, of nabijgelegen bed and breakfasts. Blijven slapen hoeft niet, er zijn ook korte wandelingen uitgestippeld rondom de vertrek- en aankomstpunten.
Langs de route is er bovendien vanalles te doen, vertelt Raaymakers. Zo kunnen wandelaars bij het stadsklooster San Damiano in 's-Hertogenbosch een biecht achterlaten, een biertje drinken bij Abdij Koningshoeven in Berkel-Enschot, of het iconenatelier van de Zusters van Liefde in Moergestel bezoeken. Op sommige dagen worden er op bepaalde locaties, zoals in dit iconenatelier, ook workshops georganiseerd.
Verder zijn er speciaal voor dit kloosterjaar ook samenwerkingen gezocht met lokale ondernemers langs de route, zoals een biologische geitenboerderij in Aarle-Rixtel, die op sommige dagen ook open wordt gesteld. “Dat vind ik bijna een soort eigentijds klooster”, zegt Raaymakers. De eigenaresse maakt van de boerderij een community farm, waar jongeren en jongvolwassenen op adem kunnen komen door mee te werken. De boerderij ligt dan weer in de buurt van het klooster van de Missiezusters van het Kostbaar Bloed.
Het Kloosterpad
Nog even en Nederland heeft er een bijzonder wandelpad bij. Het fonkelnieuwe kloosterpad bestaat uit vijftien etappes en kronkelt langs eeuwenoude kloosters. Loop bijvoorbeeld van de Abdij van Berne in Heeswijk-Dinter tot aan de Abdij Maria Refugie in Uden. Of van klooster Mariënhage in Eindhoven tot aan de pelgrimshoeve Kafarnaum in Vessem, een voormalig broederhuis.
De routes zijn tussen de 16 en 28 kilometer lang. Samen vormen ze een route van 330 kilometer. De route, die vanaf 1 mei open is, is zoveel mogelijk uitgelegd over het al bestaande wandelknooppuntennetwerk.
Wandelaars kunnen op pad met een speciaal gemaakt bindboek. Deze gids – die zo’n € 27 zal kosten – staat vol achtergrondinformatie, foto’s en bespiegelingen over het kloosterleven en de kloosters langs de route. Het is een soort reisboek, waarin kloosterlingen volop aan het woord komen. Bij dat bindboek zitten ook vijftien losse etappekaartjes. Van de verkoop van dit bindboek komt een deel ten goede van de instandhouding van de kloosters.
Naast deze etappes zijn er ook kortere rondwandelingen uitgestippeld langs de route, de zogenoemde kloosterommetjes. Hiervoor zijn ook losse routekaarten beschikbaar. Als corona het toelaat wordt het ook mogelijk om in een aantal kloosters langs de route te overnachten. Dat kan niet overal, houd daarom vooral de website brabantskloosterleven.nl in de gaten voor de meest actuele informatie.
Streekproducten en ambachten
Dat wandelaars niet met een lege maag op pad kunnen gaan is duidelijk. De kloosterpadpelgrims die in kloosters overnachten, kunnen daar vaak ook bij het ontbijt aanschuiven. Maar er zijn ook speciale lunchpakketten en picknicks voor wandelaars in de maak, vol kloosterproducten, van honing en jam, tot kruidenthee, zuurdesembrood en abdijkaas. Eeuwenoude kloostermaaltijden spelen sowieso in het kloosterjaar een belangrijke rol, vertelt Raaymakers. Zo steken fooddesigners en -chefs oude recepten in een nieuw jasje. Lokale horeca werkt hier volop aan mee.
Al die kloosterproducten vertegenwoordigen bepaalde waarden, stelt Raaymakers. “Dat zijn allemaal producten die deugen, duurzaam geproduceerd, vaak vegetarisch. En het is ook weer een manier om het kloosterverhaal te vertellen, van de leefwijze en de tradities, het vakmanschap en ambachtelijke handwerk.”
De Abdij van Berne organiseert bovendien op Tweede Pinksterdag een Abdijmarkt, waar proeverijen voor deze streekproducten worden georganiseerd. Hier zullen ook de ambachten die van oudsher in kloosters worden beoefend, van kaarsen maken tot bierbrouwen, vertegenwoordigd zijn. Ook regionale ideële ondernemers sluiten aan.
De kloosterlingen voelen een heel grote verantwoordelijkheid om goed om te gaan met hun nalatenschap. Ze hopen dat hun verhalen worden doorgegeven
OLGA RAAYMAKERS
Al die kloosterproducten zijn prachtig, en het zou mooi zijn als de verkoop van die producten ook weer een klein stukje bijdraagt aan het financieren van de toekomstplannen van de kloosters, zegt Raaymakers. Maar het is de organisatoren en kloosterlingen, die ook volop bij de organisatie van dit jaar betrokken zijn, echt om een groter verhaal te doen. “Zij voelen een heel grote verantwoordelijkheid om goed om te gaan met hun nalatenschap. Ze hopen dat hun verhalen worden doorgegeven.” En juist daarom ook is het Jaar van het Brabants Kloosterleven bedoeld om Brabanders – en andere Nederlanders – in aanraking te brengen met het monastieke gedachtegoed.
Bezinning
“Geen kloosterjaar zonder bezinning”, zoals Raaymakers het zegt. En juist ook daarom is er het project ‘2400 uur bezinnen in Brabant’. De organisatie nodigt honderd Brabanders die niet zoveel met kloosters hebben uit om een etmaal, of langer, te verblijven in het klooster. “Ieder Brabants gezin heeft wel verhalen over en herinneringen aan kloosterlingen”, vertelt Raaymakers. “En toch zijn er veel mensen die eigenlijk niet goed weten wat er zich achter die kloostermuren afspeelt. Die mensen hopen wij óók te bereiken.”
Ook het gezin van de Brabantse Raaymakers uit 's-Hertogenbosch kende een eigen geschiedenis waarin kloosters een rol speelden. Zo ging haar moeder naar school bij de nonnen. “Het meeste onderwijs werd in die tijd vormgegeven door kloosterlingen”, vertelt ze.
In de bloeiperiode van het Brabants Kloosterleven in de vorige eeuw kende de provincie een ongekend aantal religieuze scholen, internaten en ziekenhuizen die door zusters en broeders gerund worden. Niet iedereen heeft daar goede herinneringen aan, weet Raaymakers. Ze noemt zaken als misbruik en gedwongen arbeid. Ze zou het goed vinden als er in dit kloosterjaar ook ruimte is voor gesprekken daarover. “Het erkennen van dat leed is belangrijk. Aan de andere kant is het nalatenschap van de kloosterlingen ook op zoveel vlakken positief geweest. Het heeft de samenleving ontzettend veel gebracht. En naar die erfenis gaan we dit jaar samen op zoek.”
Om mensen aan het denken te zetten over de betekenis van het kloosterleven vandaag de dag, wordt onder meer een reizende theatershow georganiseerd. Daarin wordt op een ludieke manier een gesprek gevoerd over het starten van een nieuwe en moderne kloosterorde. Raaymakers: “We denken in die theatershows samen met kloosterlingen na over de vraag hoe een klooster eruit zou zien dat vandaag de dag wordt opgericht. Wat zouden onze waarden zijn?”
De terugkeer van het Mauritsraam
Voor een katholiek klooster is het Mauritsraam nogal een opvallende verschijning. Op het gebrandschilderde raam wordt namelijk een protestantse prins afgebeeld. Het gaat om Prins Maurits van Oranje (1567-1625), zoon van Willem van Oranje. Hij wordt knielend en biddend afgebeeld, met een hermelijnen mantel om. Het raam werd rond 1615 door Prins Maurits geschonken aan de kloosterkerk van Sint Agatha bij Cuijk. Hij was de beschermheer van dit Kruisherenklooster, en nadat de Spanjaarden het kloostergebouw gehavend hadden achtergelaten, bood hij financiële hulp aan. Na de herbouw van het klooster schonk hij het klooster dit raam, dat boven het hoogaltaar werd geplaatst.
Dat het raam bewaard is gebleven, is een wonder op zich. De Kloosterkerk doorstond heel wat rampen en renovaties, en onder meer in 1944 woedde er een flinke brand. De redding voor het raam was echter dat dit in 1874 naar het Rijksmuseum over werd gebracht. De Kruisheren gaven het raam toen ‘op den vooravond van het zilveren jubeljaar van Zijne Majesteit Willem III’ aan het museum. Als ze dat niet hadden gedaan, was het tijdens de brand zeker gesneuveld. En zo komt het dat het raam nu, ter ere van het 650-jarig jubileum van de Kruisheren, teruggeplaatst kan worden in de kloosterkerk. In het jaar van het Brabants Kloosterleven komt het Mauritsraam dus weer ‘thuis’.
Relativeren
Natuurlijk gooit corona voor het kloosterjaar roet in het eten. “We maken eigenlijk voor alles twee scenario’s”, verklaart Raaymakers, “eentje online en eentje live.” Dat is stressvol, vertelt ze. Maar ze noemt het inspirerend om dit jaar samen met de broeders en zusters van de verschillende ordes te organiseren. “Want zij zijn een kei in relativeren. Ze werken vanuit een heel groot vertrouwen en een breed perspectief. En zij zeggen juist: nou, we gaan zien wat kan en wij vinden daar een weg in.”
Toch is er één activiteit die altijd door kan gaan, corona of niet. En dat is wandelen. En daarmee is het kloosterpad een geweldig vooruitzicht voor de wandelaars die die dit pad een stukje, of helemaal, mee willen lopen. Het overnachten in kloosters is misschien nog niet altijd mogelijk. “Op dit moment zijn de gastenverblijven nog dicht”, vertelt Raaymakers. “Maar hopelijk komt daar later dit jaar verandering in.”
Raaymakers concludeert telkens weer dat het kloosterverhaal oud is, maar tegelijk ook erg actueel. “Waarden als autarkie, het zelfvoorzienende van kloosters, duurzaamheid, het ambachtelijke, soberheid, minimalisme, de manier van omgaan met spullen. Het zijn allemaal thema’ die vandaag de dag ook leven. En waarin het eeuwenoude kloosterleven ons kan blijven inspireren.”
Brabantskloosterleven.nl biedt meer informatie over het programma van het Brabants Kloosterjaar, het kloosterpad en andere activiteiten.