In een wereld en tijd waarin de mensheid zo overheersend aanwezig is, dat zij aan haar succes ten onder dreigt te gaan, probeert Paulien van Bohemen een stapje terug te doen en te luisteren naar het geheim der dingen zelf. Wat hebben zij óns te vertellen? Deze keer 'de aarde': "Dat er een goed mens komen zal, die zich mijn lot aantrekt."

Door Paulien van Bohemen

Wat was ik in m’n sas. Rondjes draaien rond mijn eigen as en om de zon. Dag in dag uit, jaar in jaar uit. En de mensen op mij maar zaaien, oogsten en werken. Trouw aan elk seizoen, zorgvuldig levend in het ritme van de tijd. Zo reisde ik jaren en jaren door het heelal, zwevend van geluk.

Maar die heerlijke tijd is voorbij. Want er kwamen rovers aan, die mij in hoog tempo kaalplukten. Ze schudden mij uit en persten de grondstoffen uit mijn aderen. Ze mishandelden mij en rukten het groen uit mij weg, als haren uit het hoofd, zo pijnlijk. De bandieten maakten van mijn grote groene tuin een grijze puinhoop.

Ze lieten me halfdood achter, beroofd van grondstoffen en groen, mijn kostbaar bezit. Hevig toegetakeld lig ik hier. Gevloerd, bekaf.

In de verte hoor ik voetstappen. Maar ze lopen met een boog om mij heen. Geef ze eens ongelijk, ik zie er niet uit en ik begin mezelf te ruiken: de stank van vervuiling hangt steeds zwaarder om mij heen. Maar vanbinnen bid ik om hulp,  hoop ik op een mens, die niet aan mij voorbijgaat. Een redder in nood, die bij mij neerknielt. Een toevallige voorbijganger, die geraakt wordt door mijn lijden. Een barmhartige Samaritaan die mij ziet, mijn wonden verzorgt, mij voorzichtig optilt en meeneemt naar een behaaglijke plek waar ik kan aansterken. Wat verlang ik naar zo’n lieverd.

Noem het naïef, maar ergens verborgen in mijn gebutste en berooide zelf smeult nog vertrouwen. Vertrouwen, dat er iemand is, die niet onverschillig aan mij voorbij gaat. Dat er een goed mens komen zal, die zich mijn lot aantrekt, die ziet hoe uitgeput ik ben en me helpen zal. Vroeg of laat komt er vast iemand in beweging. Zo ziek en zwak als ik ben, geloof ik niet dat mijn laatste uur geslagen heeft. God weet hoelang ik moet liggen wachten, maar ik ga niet opgeven nu. Ik vertrouw erop, dat er ergens een barmhartige Samaritaan rondloopt voor mij. Ik zal nog niet vergaan. Dat einde der tijden, dat kan altijd nog.

Maak meer verhalen mogelijk met een donatie

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.