Toen Didier Pollefeyt als achttienjarige theologie ging studeren, had hij nog nooit een jood ontmoet en wist hij nauwelijks iets over de Holocaust. “Wat ik in de lessen van de moraaltheoloog Roger Burggraeve leerde over de joodse filosofie van Emmanuel Levinas – dat er een ethisch appel uitgaat van ‘het naakte gelaat van de ander’ –, sloot wel nauw aan bij mijn spontaan gelovig aanvoelen”, vertelt hij. “Levinas bracht mij bij de grote, tegelijk heel eenvoudige vraag: als dat appel er effectief is, hoe is het dan mogelijk dat mensen in staat zijn tot zoiets als de Holocaust?”