Terwijl ik dit schrijf zit ik in een lunchcafé. Ik ben hier omdat ik zin had in eten, en omdat het in een café vaak beter schrijft dan in het thuiskantoor. Er is iets in geroezemoes en het ‘er even uit’ zijn dat gedachten en pen beter doet vloeien.

Theologische zin

Elke mens krijgt vroeg of laat ‘zin in eten’. Maar dat het lichaam signalen afgeeft die maken dat je ‘zin in eten’ hebt, is nog maar de eerste, meest basale laag als je het hebt over ‘zin in eten’. De vraag naar de ‘zin in eten’ is voor andere vakken dan de biologie de vraag naar de betekenis in eten, bijvoorbeeld in psychologische, antropologische of theologische zin.

Vanuit die laatste invalshoek, de theologische zin van eten, rondde ik in 2021 mijn proefschrift af over de vraag hoe een vergelijking tussen de betekenissen van de seculiere groepsmaaltijden en die van het (doopsgezinde) ritueel van het avondmaal verrijkend kan zijn voor de theologie.

Religieus en seculier

Tijdens de interviews met avondmaalsdeelnemers viel in de eerste plaats de sacramentele betekenis op: het vermogen van de maaltijd om het heilige te representeren. Vooral het moment dat men de hand opende en het brood daarin kreeg aangereikt, ervaarden deelnemers als een gebeuren waarin ‘iets doorklonk’. Het gebaar waarbij het brood van de ene mensenhand naar die van een ander overgaat, blijkt nog altijd in staat te verwijzen naar Gods aandacht voor mensen. Het is volgens de geïnterviewden alsof iets van God in die overdracht meekwam.

Iris Speckmann
Iris Speckmann

Bij seculiere maaltijden bleek iets dergelijks het geval: voor degene die het eten aanreikte en degene die het in ontvangst nam, bleek dat moment belangrijk. Ook hier was het alsof iets van de gever mee kwam. Onder antropologen is dit gemeengoed: het eten dat men serveert is een uiting van je identiteit. Je sociaal-culturele wortels en aspiraties bepalen welke ingrediënten je kiest, hoe je die bereidt en hoe je die presenteert. Het eten dat je aanbiedt, representeert wie je bent, waar je vandaan komt en wat je ambieert.

Spannend gebeuren

Nog iets anders viel op. Namelijk hoe een maaltijd kan verworden tot een onderhandelingspraktijk rond de kwestie in hoeverre je bereid bent de ander te aanvaarden en te naderen. Als je als gever van voedsel een beetje in het geschenk van voedsel meekomt, dan is het afwijzen van dat geschenk als een afwijzing van de schenker. Dit risico op afwijzing maakt de maaltijd tot een spannend gebeuren.

Deelnemers van buurt- en straatmaaltijden die ik interviewde vonden het leuk, maar ook spannend en zelfs ongemakkelijk om aan de maaltijd mee te doen. Je weet nooit wat de ander heeft gekookt, of dat wel veilig bereid is en of je dat wel kunt en wilt opeten. Je krijgt iets aangereikt of schept iets op wat jou bij het proeven te pittig kan zijn, of juist te flauw. Maar door te eten beaam je het welwillende gebaar van degene die het heeft bereid. Zo verken je al proevend het grensgebied tussen jou en de ander en tast je af hoe nabij je de ander laat komen. Zo verleg je soms je onderlinge grenzen.

Nader tot God

Zou het met het avondmaal ook zo kunnen zijn, vroeg ik me daarna af, dat deelnemers tijdens het eten verkennen in hoeverre zij zichzelf toestaan nader tot God, of het heilige te gaan? En omgekeerd: in hoeverre ze bereid zijn zich door God te laten naderen? Uit de interviews bleek dit inderdaad het geval. Vreemd genoeg was er tot dusverre nauwelijks plaats voor dit element in de bestaande avondmaalstheologie van doopsgezinden. De avondmaalstafel als een tafel waar grensverleggende onderhandelingen plaatsvinden tussen God en mens: een spannende gedachte!

Kortom, de maaltijd als drager van je identiteit, en het uitreiken van een maaltijd als een aanreiken van jezelf. Als u nog eens een maaltijd bereidt voor een ander, wat zegt hetgeen u de andere bereidt dan over uzelf?

Vond u dit artikel waardevol? Trakteer ons dan op een kopje koffie! Doneren kan via deze link.