Er broeit iets. Onze samenleving kenmerkt zich door een onrust die zich moeilijk laat duiden. De coronacrisis alleen kan niet verklaren waarom mensen in toenemende mate het gevoel hebben dat dreigende onweerswolken zich boven ons samenpakken. Alom heerst ontevredenheid over politiek, liberalisme en kapitalisme, over het institutionele racisme dat maar niet verdwijnt, over het veranderende klimaat, over de groeiende kloof tussen armoede en rijkdom. En dan is er nog het steeds weer opduikende populisme en de recente protesten en rellen die de ergste waren van de laatste veertig jaar.
Wat is er met Nederland aan de hand?
In het fascinerende boek Leugen en waarheid probeert columnist Bas Heijne door te dringen in de chaotische tijdgeest van vandaag de dag. Zo laat Heijne de Duitse socioloog Hartmut Rosa aan het woord. Rosa meent dat het in de moderniteit traditioneel draaide om beheersing van onze omgeving, van de natuur en van onszelf.
Die moderniteit verkeert in een crisis: nu zich steeds sterker het besef opdringt dat de zaken die zich door ons niet laten beheersen de regel zijn en bovendien steeds meer macht uitoefenen, ontstaat er een groeiend gevoel van machteloosheid. Dat uit zich weer in onvrede, woede en depressiviteit.
Populisme als de illusie van zekerheid
Rosa is een van de zeventien prominente denkers waarmee Heijne sprak en die ieder vanuit een eigen expertise en vaak ook vanuit een persoonlijke drive heeft nagedacht over een aspect van wat een wereldwijde crisis blijkt te zijn. Uit die gesprekken komt naar voren dat wij niet weten hoe we met de alsmaar groeiende onzekerheid om moeten gaan. De verleiding is om mee te gaan in de sterke verhalen die door sterke mannen verteld worden. Die ons de illusie voorspiegelen van zekerheid, helderheid, en orde.
We zullen ons altijd moeten blijven inzetten om onszelf en onze samenleving overeind te houden
Martin HägglunD
Klimaatactivist en schrijver Mark Lynas zegt dat Trump – met Poetin bij velen in dit boek het symbool voor wat er allemaal mis is in onze hedendaagse cultuur – ons in de afgrond heeft doen kijken. Trump mag dan (voorlopig?) weg zijn, die afgrond blijft even diep en nabij. Velen in dit boek verwoorden een dan ook gevoel van crisis en dreiging. Een enkeling ziet echter ook tekenen van hoop, zoals wanneer filosoof Jan-Werner Müller constateert dat na vier jaar Trump de klimaatproblematiek, maatschappelijke polarisatie en institutioneel racisme ineens hoog op de publieke agenda staan.
Bewustzijnsverandering
Grote conclusies trekt Heijne niet uit de gesprekken van dit boek, behalve dan dat we een bewustzijnsverandering nodig hebben. We moeten anders leren kijken voordat we ook anders kunnen handelen. Ieder gesprek in dit boeiende boek is een oefening in anders leren kijken. Maar daarmee raakt Heijne ook aan een thema dat weliswaar door alle interviews heen schemert, maar dat nergens expliciet gemaakt wordt: dat het hedendaagse crisisgevoel vooral een crisis van zingeving is.
Zoals Rosa zegt: we zijn op zoek naar resonantie, de verwachting van transformatie, die zich niet laat afdwingen, maar die je overkomt. Dat vraagt van ons dat we ons openstellen voor wat we niet kunnen beheersen, voor het andere en voor de ander. Niet omdat we dat willen, maar omdat we gewoon niet anders kunnen. Want zoals filosoof Martin Hägglund zegt: “We zullen ons altijd moeten blijven inzetten om onszelf en onze samenleving overeind te houden.”