Beste docent op een christelijke school,
Grote kans dat jij argwanend wordt aangekeken. Met ogen die zich afvragen hoe jij, als weldenkend en modern mens, kinderen kan belasten met zo’n achterhaald fenomeen als religie. Deze houding is helemaal niet verwonderlijk in een samenleving die religie bekritiseert. Welke religie dan ook. Je ziet het toch? Religie werkt immers alleen maar polariserend? Ze is toch een stoffige leugen voor angstige mensen? Verschuilt ze zich niet in een defensief achterhoedegevecht? En tot overmaat van ramp haalt een aantal van deze scholen de pers met verklaringen waarin homoseksuele relaties worden afgekeurd. Is dit niet het topje van een ijskoude ijsberg en moeten we vrezen voor wat we tegenkomen in christelijk onderwijs over bijvoorbeeld evolutie, burgerschap en kinderboeken? Tegenover die argwanende ogen en kritische vragen werk jij dan als docent op een school die haar onderwijs baseert op zo’n religie als het christendom.
Maar daarmee zijn we er nog niet. Bovenstaande opvatting is het eerste van twee problemen die ik herken als het gaat over de rol van religie in het onderwijs: achterhaald, bekrompen en polariserend. En daarmee schadelijk voor de kinderen. De kinderen aan wie jij les geeft.
Beste docent, een tweede probleem, maatschappelijk en daarmee ook in het onderwijs, is de grote afname van kennis van religieuze tradities en van de rol die religie speelt in de cultuur. Jonge en oudere mensen weten steeds minder van grote verhalen en eeuwenoude feesten en rituelen. En zeg nou zelf, beste docent: hoe zit dat bij jou?
Jonge en oudere mensen weten steeds minder van grote verhalen en eeuwenoude feesten en rituelen
erik renkema
Dit is niet een probleem omdat mensen door deze ongeletterdheid doodongelukkig zouden zijn. Dat is echt niet het geval. Maar een gebrek aan kennis leidt wel tot minder begrip voor religieuze opvattingen in de samenleving en daardoor tot een geharnast debat dat uitgaat van stereotype misvattingen en onwetendheid. Die staan goed samenleven in de weg.
Midden in deze beide problemen ben jij dan docent. Op een christelijke school nog wel. Wat moet je doen met de religie van je school? Of schuil je weg achter de opvatting dat een school er niet is voor levensbeschouwelijke zaken, of dat dit allemaal te hoog gegrepen is?
Hoe mooi zou het zijn als je aan de slag gaat met een vernieuwende visie op de rol die religie in het onderwijs moet vertolken. Zeker ook op jouw school. Gericht op de praktijk, jouw lessen en vieringen. Want jouw dagelijks werk maakt het verschil. Daarom schrijf ik jou deze brief. Zodat je een weerwoord hebt tegen die genoemde problemen. Zodat jij als docent met een positieve pedagogische houding bijdraagt aan vreedzaam samenleven. In de klas, met jouw leerlingen.
Wat ons betreft is deze rol niet voorbehouden aan jouw christelijke school. Dat is op zich al vernieuwend: dat religie ertoe doet op elke school, bijzonder-confessioneel en openbaar! Het pleidooi voor die vernieuwende visie geldt voor elke school. Voor jou en voor al jouw collega’s.
Ik noem drie kenmerken van deze visie. Misschien zijn ze heel vreemd voor je. Misschien ook helemaal niet. Maar ik denk echt dat jouw onderwijspraktijk er geweldig door wordt. Hopelijk deel je mijn enthousiasme.
In de eerste plaats moet je helder hebben wat het doel van religie in het onderwijs is. Als jij een religieus verhaal vertelt, een feest viert, met je leerlingen filosofeert over een religieus onderwerp, dan doe je dat om hen uit te dagen over hun leven en hun visie erop na te denken, en hun visie in te brengen in een dialoog met anderen. Die anderen zijn klasgenoten, maar ook mensen buiten de vertrouwde omgeving. Door de rijkdom die er in de verschillen huist, leren de leerlingen over zichzelf. Dialogisch zelfverstaan, noemen we dit doel. Is dat misschien zelfs waarom je in het onderwijs bent gaan werken: persoonsvorming van jouw leerlingen en hen leren samenleven?
Geloofsoverdracht kan daarom ook niet jouw doel zijn. Daarvoor is de school niet de plek. Ook niet jouw christelijke school. Daar zijn geloofsgemeenschappen en ouders voor
ERIK RENKEMA
Religie is daartoe een middel, niet meer, maar zeker ook niet minder. Geloofsoverdracht kan daarom ook niet jouw doel zijn. Daarvoor is de school niet de plek. Ook niet jouw christelijke school. Daar zijn geloofsgemeenschappen en ouders voor.
Beste docent, even klip en klaar: je brengt religieuze inhouden juist in met het oog op twee doelen: de persoonlijke visievorming door elke leerling en het oefenen in het omgaan met verschillen. Wij beschouwen religie daardoor als een uiterst waardevol voertuig voor burgerschapseducatie. Daar heb je ongetwijfeld van gehoord. En weet je ook wat je ermee moet?
Zeg nou zelf: wat is burgerschapsonderwijs anders dan identiteitsontwikkeling in de context van diversiteit? Leerlingen volwassen laten worden in een veelkleurige wereld. Daarvoor is religie een krachtig en uniek raam waarin zij zichzelf weerspiegeld zien en waardoor ze uitzicht op een ander krijgen.
Het tweede kenmerk betreft de inhoud. Dus dat wat jij, beste docent, inbrengt. Kort gezegd: alle religie op school moet draaien om levensvragen en ervaringen. Dit kunnen persoonlijke vragen en ervaringen van jouw leerlingen zijn en dat zijn zeker ook maatschappelijke thema’s die de wereld en de leerlingen uitdagen na te denken over morele en existentiële richtingen. Religie in het onderwijs gaat niet om het aanleren van leerstelligheden. Het is ook niet genoeg als jouw leerlingen het kerstspel goed hebben ingestudeerd.
alle religie op school moet draaien om levensvragen en ervaringen. Dit kunnen persoonlijke vragen en ervaringen van jouw leerlingen zijn en dat zijn zeker ook maatschappelijke thema’s
ERIK RENKEMA
Als de vragen en ervaringen van leerlingen het fundament van religie op jouw school vormen dan is elk antwoord een antwoord dat bevraagd en ingebracht wordt. Elke levenswijze is een mogelijkheid. Al zoekend en vragend verkennen je leerlingen hun plek in de wereld en worden ze volwassen. En jij, de professional, begeleidt hen door verdiepende vragen te stellen, hen nieuwsgierig te maken en te houden en de antwoorden en vragen van leerlingen aan elkaar te verbinden. En dat is een grote, maar prachtige taak!
In de derde plaats moet ik het hebben over dat woord: ‘religie’. Wij vatten het veel breder op dan meestal wordt gedaan. Het gaat niet om onderwijs in één enkele godsdienstige traditie of informatie over meerdere godsdiensten. Belangrijk advies, beste docent: spreek dan ook niet over religie, maar bijvoorbeeld over levensbeschouwing, levensoriëntatie, zingeving. Ook op de meeste plekken in mijn brief hierboven. Zo’n brede opvatting betekent dat jij in jouw onderwijs een mozaïek aan levensbeschouwelijke bronnen inzet. Je beoordeelt en gebruikt bronnen met het oog op de beide doelen die we hierboven noemen. En vergis je niet: er is een haast oneindige voorraad! Denk aan meerdere godsdienstige en seculiere tradities, aan jeugdliteratuur en beeldende kunst. Uit alle windstreken en alle tijden kan je putten. En wat denk je van een filmfragment, een foto, een cartoon, een videoclip, een muziekstuk of een schilderij? Gebruik je die wel eens?
Beste docent, verstop je niet achter een schijnbare neutrale houding, maar ga met je leerlingen actief de dialoog aan
ERIK RENKEMA
Sommige van die bronnen ken jij misschien goed en andere brengen je juist weer op nieuwe gedachten. Kun je nagaan wat dat met jouw leerlingen doet! Maar dat is nu juist levensbeschouwelijke ontwikkeling: de dans tussen verbinding en verkenning. Dat is jouw taak. Dat is de taak van elke school: dat elke leerling uitstijgt boven vaststaande individualistische beelden en visies, maar voortdurend onderbroken wordt. Daarmee moeten we afscheid nemen van religie in het onderwijs als defensieve verschansing. Ik kies daarentegen voor al die zingevende bronnen als een open vizier. Jij, beste docent, helpt de leerlingen het op te zetten.
Met religie, levensbeschouwing en zingeving heb jij goud in handen. Jouw onderwijs wordt er nog mooier door. En weet je: het is overal aanwezig! Beste docent, ga dit niet uit de weg, verstop je niet achter een schijnbare neutrale houding, maar ga met je leerlingen actief de dialoog aan. En laat hen zien wat ze kunnen leren van de wereld in haar levensbeschouwelijke rijkdom. Daar ligt de toekomst. Dan ben jij op je best! Ik hoor graag wat je hiervan vindt.
Groet!
Erik Renkema
Reageren? erenkema@verus.nl.
Dr. Erik Renkema is adviseur identiteit bij Verus: koepelorganisatie voor katholiek en christelijk onderwijs. Hij trekt graag op met scholen waar uitdagende vragen over identiteit, levensbeschouwelijk onderwijs en burgerschapseducatie worden gesteld. Daarin brengt hij zijn deskundigheid als voormalig leerkracht en HBO-docent/-onderzoeker in. Zie ook www.erikrenkema.nl en www.verus.nl/users/erik-renkema.